Home » Columns » Eillert Meeter, Pekelder revolutionair

Eillert Meeter, Pekelder revolutionair

In de regeerperiode van Willem I en II waren er nogal wat tegenstanders van de Oranjes die hun vaak kritische en ongezouten mening niet onder stoelen of banken staken. Een keur aan verzetsliteratuur werd onder de burgers verspreid, geschreven door gedreven idealisten. Bladen met namen als het Politiek Beestenspul, de Staatkundige Toverlantaarn, de Wespen en de Kamper Courant. Kritiek die hen niet altijd in dank werd afgenomen. Eén van deze republikeinen was de op 1 maart 1818 in het Groningse Oude Pekela geboren barbierszoon Eillert Meeter.

Fré Morel – vasthoudend, volhardend met open geest, niet links of rechts, maar VRIJ-denkend

Eillert was een schrijver-dichter-journalist met patriotistische denkbeelden en samen met de Stad-Groninger drukker en uitgever Hendrik Bolt en de koopmanszoon Abraham Sonius richtte hij het Republikeinse blad De Tolk der Vrijheid op, met hemzelf als hoofdredacteur. In april 1840 kwam de eerste editie uit en het blad zou tot februari 1841 onder zijn hoofdredacteurschap verschijnen. Naast de felle en kritische bijdragen van zijn eigen hand waarin de gevestigde orde en óók het koningshuis op de korrel werden genomen, plaatsten ook andere schrijvers hierin hun bijdrage. Naast de Hoogezandster arts Eeckma leverde ook een Here-boer uit het Oostgroningse gehucht Nieuw-Beerta met regelmaat zijn stukken in. Zelf schreef Meeter het volgende over deze boer:

“Hij had een behoorlijke dosis algemene ontwikkeling, maar dit was en bleef erg oppervlakkige kennis. Aangezien evenwel het democratische element zijn geschriften overheerste, nam ik ze na zorgvuldig snoeien, wieden en enten op. Hij was verrukt wanneer hij J.F. Zylker onder zijn gemetamorfoseerde artikelen zag staan, die overgoten waren met een republikeinse saus, waarvan hijzelf het recept niet kende. De Tolk der Vrijheid gaf hem populariteit en met die populariteit belandde hij, tijdens de revolutionaire dagen van 1848 in de [Groningse] Staten Generaal, waar hij nadien steeds een zetel heeft behouden.”

Geld of goede diensten waren ook toen al mogelijke middelen waarmee criticasters de mond werd gesnoerd. De andere optie was complete ruïnering en faillering, gevangenneming en erger. De kritische stukken van Zylker brachten hem op het pluche van de Groningse Staten Generaal. Deze oproerige Nieuw-Beertster boer, Jan Freerks Zylker en dan met name één van zijn zonen zou een kleine 65 jaar later in de verwikkelingen die zich zouden ontspinnen in en rond de Grote Oorlog van 1914-1918 een heel belangrijke rol gaan spelen. Een rol die hij waarschijnlijk niet gespeeld zou kunnen hebben als zijn recalcitrante vader in plaats van Statenlid, slechts Here-boer gebleven zou zijn in het Oost-Groningse gehucht Nieuw-Beerta.

Zijn positie en status als Statenlid zou echter van grote en doorslaggevende betekenis zijn bij de geboorte van één van de grootste multinationals die de Wereld ook vandaag de dag nog steeds Rijk is. En Eillert? Hij maakte vele omzwervingen door het land en daarbuiten, werd beloond met cel en straf en zag tussendoor kans een buitenechtelijke Oranjedochter – Cornelia Vogel uit Heeze – zwanger te maken. Op die manier raakte Meeter zelfs langs een omweg verbonden aan het koningshuis waar hij zich zo tegen afzette en hield hij er een financieel lucratieve bezigheid aan over. Ook toen was geld hét middel om kritische geluiden af te kopen en ook Eillert liet zich smeren door de pecunia. Gedurende een periode was Eillert zelfs de toegewijde particulier secretaris van (de homofiele) koning Willem II en was hij later werkzaam op het Nederlandse consulaat in Frankrijk. Uiteindelijk stierf hij toch als teleurgestelde en arme balling in Engeland.