Home » Columns » Janita’s woonhuis Erfgoed?

Janita’s woonhuis Erfgoed?

“Van Acantus horen we helemaal niets, dat is toch raar? Zegt Janita “Je weet gewoon niet meer waar je aan toe bent. Deze week kregen we bijvoorbeeld wel van de Provincie Groningen een brief over onze woningen in de Parklaan, dat deze in het kader van de Erfgoedmonitor op de foto gezet gaan worden.”

Vorig jaar om deze tijd kregen we ook bericht van de gemeente Oldambt dat onze woonblokken als karakteristieke- en beeldbepalende panden beschouwd worden. Niet lang daarna ook bericht van het Erfgoedloket Groningen, dat er bijvoorbeeld allerlei subsidies en regelingen zijn om deze woningen te behouden en te verduurzamen, maar van Acantus, daar horen we helemaal niets van.”

De 51-jarige Janita Bleeker woont sinds 2017 in een van de drie karakteristieke woonblokken die de Parklaan nu (nog) telt. Samen met man Gert heeft ze het er prima naar de zin en heeft vanaf het eerste moment uitstekende contacten met de buurt. Ze woont er met plezier en tevredenheid en naast haar werk als interieurverzorgster bij Eclatant heeft ze als tweede hobby het kweken van rozen waarvan achter het huis de prachtigste voorbeelden staan.

Ze heeft beslist groene vingers aan haar handen, handen die ze graag in en buitenshuis laat wapperen. Door achterblijvend onderhoud raakten de woningen aardig achterop, volledig onnodig vind ze. Binnenshuis heeft ze samen met man Gert het nodige al verbetert de laatste jaren maar voordat ze verder kunnen is het eerst even afwachten wat er aan de buitenzijde van het woonblok gaat gebeuren.

Ze gaan er van uit dat de woonblokken als Gronings Erfgoed behouden blijven, de gemeente, de provincie, het erfgoedloket, de beschikbare subsidies, logischer kan toch niet? Maar ja, ze tasten nog compleet in het duister, net als de overige huurders. Ze wil duidelijkheid. Daarom ook heeft ze de Bewoners Organisatie Oldambt gevraagd zich in deze kwestie te mengen, de onduidelijkheid blijft maar duren. “Je weet gewoon niet meer waar je aan toe bent, van Acantus horen we helemaal niets, dat is toch raar?”