Home » Columns » Opazienootje…

Opazienootje…

“Ik zet het hier even voor je neer” zegt ze, en dat zegt Lizet, een van m’n buur-vrouwen uit de Vogelbuurt. Een glazen mok tot de rand gevuld met thee staat even later op de salontafel voor m’n neus terwijl ik me in een hoek van de ruime en royale bank laat ploffen.

M’n krukken parkeer ik naast me en ben blij dat ik weer even zit. Iets met een ongelukkige glijpartij & kneus- en scheurspieren in het rechterbovenbeen zorgen ervoor dat ik de familiekrukken weer even moest laten aanrukken. Van thuis hangen op de bank nu bankhangen bij Lizet, daar is nu wat meer gelegenheid voor, een afspraakje daarvoor had ik in het verleden al met haar gemaakt.

Lizet Nieman, al 16 jaar buur(t)vrouw, heeft een leuke hobby en daar wilde ik wel eens wat meer over weten en misschien wel wat over neerpennen. Lizet, moeder van twee volwassen kinderen, onder andere werkzaam in Nieuw Vredenhoven en Oldwolde, heeft een zwak voor olifanten. Ze heeft in de loop der jaren al een kleine kudde bij elkaar weten te sprokkelen, van mini-tot maxiformaat, als beeld, als schilderij, in welke verbeelding dan ook, hangend in en om huis en boven de haard. Olifanten… het is haar hobby, haar leven lang al maar waarom? Nee, daar kan ze geen verklaring voor geven, ze vind ze gewoon mooi.

Ze wijst wat aan en haalt wat van kast en muur om mij te tonen en tussen al dat slagtandengeweld zie ik daar een mooi gemaakt houten schaaltje. Er ligt iets ronds en glimmends in dat van afstand bezien veel op een donkere knikker lijkt. Ze pakt ’t uit de kast en zet het voor mijn neus en op mijn vraag hoe dat in verband staat met haar olifantenliefde steekt ze van wal. Nee…, dat glimmende dingetje van amper anderhalve centimeter in doorsnee heeft helemaal niets te maken met die enorme bosdieren met lange slagtanden, dat is Opazienootje! Een meer dan een eeuw oud ingedroogd walnootje van al zeker 113 jaar jong.

Het is het nootje van Opa Carmio, het walnootje dat hij als knuppeltje van acht jaar in het begin van de vorige eeuw (1908) inzette in het toentertijd zo in zwang zijnde ‘notenschieten’. Neutenschaiten, een oud Gronings gebruik dat ook nu nog rond Pasen verdeeld in de provincie in ere gehouden wordt. De toen 8-jarige Simon Carmio plaatste zijn mini-walnootje heel strategisch achteraan in de notenlijn zodat deze moeilijk te raken zou zijn en daarmee zijn kansen om te winnen vergroot werd. Dat vond zijn papa wat minder eerlijk en verwisselde dat mininootje voor een volwassen exemplaar en stopte de walnootkabouter bij zichzelf in de broekzak en daar bleef het in achter.

In datzelfde jaar kwam de vader van Simon tragisch om het leven, hij verdronk in een kalkput in Winschoten en het nootje zonk mee onderuit. Vanaf die tijd werd het walnootje een soort van familiesouvenir dat elk jaar rond Pasen weer op tafel kwam en werd het bijbehorende verhaal vertelt. Simon werd groter, werd vakman meubelmaker bij Huizinga & Rodenburg aan de Vismarkt in ‘De Stad’ en maakte naast prachtige kasten ook beeldjes, maar helaas geen olifantjes. Het handgemaakte dressoir in de woonkamer was van zijn hand maar ook dat mooie houten schaaltje waarin het kabouternootje lag was zijn vakwerk.

Toen Opa het tijdelijke voor het eeuwige verruilde ging het over naar zijn dochter, die het op haar beurt weer doorgaf aan haar dochter Lizet. Tot aan de 80’er jaren zat er nog geluid in, bewoog er nog iets ergens binnenin, maar het is nu stil geworden en ligt het nootje stil in het houten bakje zijn verhaal vast te houden tot een volgend Pasen. Ik heb de thee op, schuif de krukken weer onder de armen en klos weer huiswaarts en zeg haar dat het een leuk verhaal is om een keer op te schrijven. Ze vind het prima, leuk idee ook om het oude familieverhaal te delen, de geschiedenis van Opazienootje…