Home » Geschied-en-is » Zwarte Piet & Glycerine

Zwarte Piet & Glycerine

Propaganda never dies is een van de uitspraken van de illustere geestvervuiler en oorlogspropagandist ten tijde van de Eerste Wereldoorlog, Edward Louis Bernays. Met deze uitspraak over propaganda heeft Bernays het volledig bij het juiste einde. De mens is in de kern een emotioneel aangestuurd en beïnvloedbaar wezen dat zich o-zo-makkelijk laat mis-leiden. Propaganda is daarbij het meest effectieve instrument om de gedachten te sturen en de geest te vergiftigen. Door doelgerichte, geraffineerde en constant repeterende misleiding en bedrog wordt de mens tot overtuiging gebracht om – bij onvoldoende kennis en weten – geloof te hechten aan een tevoren bepaalde en gewenste absolute waarheid.

Sinds enkele jaren is de stelling Zwarte Piet is racisme als vanuit het niets gekoppeld aan het Sint Nicolaas feest. Het genoemde feest is echter een op astronomische basis geschoeid en duizenden jaren oud gekerstend heidens vruchtbaarheidsritueel, waarbij de stand van zon, maan en sterren alles duidend is. Van alle voorgaande beschavingen tot in het megalithische tijdperk aan toe zijn hiervan wereldwijd overblijfselen bekend, niet alleen van bouwsels waarmee uiterst precies o.a. de afzonderlijke seizoenen maar ook de meest ideale momenten van bijvoorbeeld zaaien en oogsten bepaald kan worden.

In de kern gaat het over primaire kennis betreffende licht en donker, warmte en koude en is het in wezen niets anders dan de eeuwig repeterende cyclus van dood en leven. Levensbelangrijke wetenschap, verpakt in eenvoudig overdraagbare en te bevatten formules en handelingen over opkomst, ondergang en voortplanting. Dat alles gekoppeld aan oeroude astronomische kennis en wetenschap, dat alles zonder beschikking te hebben over de kennisoverdragers als boeken, films, wikipedia en google zoals deze vandaag de dag gemeengoed zijn. Op de aan maanstanden gebaseerde, repeterende, gevierde rituelen waarbij met name het licht en warmte als primaire elementen deel uitmaken werd deze levensnoodzakelijke en belangrijke kennis doorgegeven. Door middel van o.a. dansen, eten, tekens, vorm, klank en gezang werd diepgaande en meerlagige, aan elkaar geschakelde, eeuwenoude wetenschap overgedragen van de ene op de andere generatie.

Alle voorgaande en huidig bekende wereldreligies, waaronder de Abrahamitische religies zoals het Jodendom, het Christendom en de Islam zijn hieraan schatplichtig. Anders dan o.a. in het eerste bijbelboek van het Oude Testament staat opgetekend existeerden in-den-beginne reeds de zon, maan en sterren. De hemel, het uitspansel het heel-Al/AL-heel en de aarde maakten daarvan deel uit. Sinds mensenheugenis was het AL reeds en de stand van de maan en alle andere hemellichamen was voor de planeet aarde en al wat op haar was en is allesbepalend. Het christelijke Sint Nicolaas, het Joodse Nieuwjaar of de Islamitische Hadj, om maar enkele voorbeelden aan te halen, worden uitdrukkelijk bepaald door de positie en stand van de maan. Waarom ligt nu het laatste volle maanritueel van de twaalfde maancyclus onder vernietigend vuur?

Van de AL-oude kennis en al hetgeen daaraan verbonden is, is de mens in de loop der tijden steeds verder verwijderd en vervreemd geraakt. Het gemeen-schappelijk weten is vervangen door on-weten. Wat rest en na duizendvoudige hervorming in de tijd overleefd heeft is in symbolische vorm terug te vinden in de wereldreligies van nu, die zich als beherend gastlichaam datgene toegeëigend heeft wat pasbaar en ten eigen nutte bruikbaar was. On-kennis, on-kunde en on-weten heeft ertoe geleid dat de menselijke binding en het persoonlijke verbond hiermee verbroken kan worden. De symboolfiguur die in duaal verband het donkere en verbindende element vorm geeft welke staat voor vruchtbaarheid en voorspoed is door kerstening verworden van zwarte en geketende duivel tot zwarte Zwitserse gardist, dit naast de met mijter getooide heilige, daarmee de katholieke en in Rome gezetelde Paus en zijn gardewacht verbeeldend.

De demonisering van een deel van het duale geheel moet gezien worden als een welbewuste en doelgerichte poging om niet alleen het volledige eeuwenoude ritueel te ontmantelen en daardoor de mensheid totaal te vervreemden van haar toehorende erfkennis. Alle daaraan verwante en gelijksoortige, overlevende en gekerstende maan-rituelen zoals het tot Sint Martinus vernoemde maanritueel, doelend op het feest behorend bij het laatste maankwartier van de tiende maancyclus (ook bekend als Samhain/Allerzielen) en Kerst/Nieuwjaar, doelend op het feest behorend bij het laatste nieuwe maan van de twaalfde maan (ook bekend als Yule) zullen onderwerp zijn van gerichte demonisering om deze finaal te elimineren en uit het collectieve weten te verwijderen. Tegelijkertijd kan de ingezette demonisering gezien worden als een directe aanval op de katholieke- en daaruit voortkomende christelijke religies.

Achter het uit Amerika overgewaaide No more Black Face waaraan volledig ten onrechte de begrippen slavernij en racisme is verbonden en in Nederland vertegenwoordigd wordt door groepen met benamingen als Kick Out Zwarte Piet mag een gerichte politiek-economisch georiënteerde agenda worden verwacht. Een agenda die in vorm en uitvoering grote gelijkenissen en overeenkomsten vertoond met de in de Eerste Wereldoorlog succesvol toegepaste glycerine-campagne waarmee het bewustzijn van de wereldburgers op smerige wijze werd vergiftigt. Bernays was een van de belangrijkste smeerlappen die hierin een belangrijke rol heeft gespeeld. In het vierde oorlogsjaar met miljoenen slachtoffers en onnoemelijk veel leed als resultaat leek 1917 voor de geallieerden uit te draaien op een catastrofaal rampjaar. De belangrijkste geallieerde bondgenoten Engeland, Frankrijk en Rusland waren aan het einde van hun kunnen en mogelijkheden en de kans dat de strijd in hun nadeel beslecht zou worden was meer dan een fictieve gedachte.

Het in de USA residerende bankiershuis Morgan trad op als particuliere oorlogsfinancier, terwijl de Verenigde Amerikaanse Staten op rekening van haar belasting betalende burgers de rol van leverancier vervulde en tot begin 1917 niet actief betrokken was in de Europese Oorlog die het tot dan toe in feite was. De Amerikaanse burgers van toentertijd waren fél tegen inmenging, nauwelijks 5% was vóór actieve militaire deelname en het was niet alleen daarom dat de propagandaleus He kept us out of the war zo effectief gebruikt kon worden om Woodrow Wilson voor een nieuwe periode op het Washingtonse pluche te laten kiezen.

Geallieerde capitulatie zou echter de ondergang inhouden van het bankiershuis Morgan en andere particuliere financiers en de ondergang betekenen van de Amerikaanse oorlogseconomie. Op 5 maart 1917 waarschuwde de Amerikaanse ambassadeur in Engeland Walter Hines Page president Woodrow Wilson dat Engeland nagenoeg failliet was. De oorlog kostte de Engelse burgers het enorme bedrag van vijf miljoen pond per dag, een bedrag dat de Engelse schatkist op dat moment nog tweeëntwintig dagen kon ophoesten! De geallieerde goudvoorraad en andere te vermarkten edelmetalen en onderpanden waren nagenoeg uitgeput om de oorlogsaankopen uit Amerika te betalen. Nauwelijks een maand later, op 6 april 1917, volgde de Amerikaanse oorlogsverklaring.

Vrijwel tezelfdertijd werd een uiterst geraffineerd en doeltreffend propagandaverhaal de wereld in geholpen om de geallieerde strijdgeest te revitaliseren en de geest van de burgers in de geallieerde landen zo met haat te vergiftigen door de vijand op de meest onmenselijke wijze te demoniseren. Ondersteund door een alles suggererende prent van de hand van de Nederlandse topillustrator Louis Raemaekers lanceerde de Northcliffe-Press in april 1917 de enkele jaren daarvoor reeds opgezette en voorbereidde glycerine-campagne. In deze campagne werd opzettelijk een begripsverwarring gecreëerd door het Duitse woord Kadaver foutief te vertalen voor Cadaver, in Engels medisch taalgebruik de aanduiding voor een lijk, oftewel Corpse. Dit werd gekoppeld aan een artikel uit de Berliner Lokal-Anzeiger van 10 april 1917 dat handelde over het verwerken van dierlijke kadavers en niet over gesneuvelde soldaten!

In dit oorspronkelijk 59-woorden tellende artikel van de hand van Karl Rosner handelde over gesneuvelde paarden en ezels (in het Duits als‘Kadaver’omschreven) die in Kadaververwertungsanstalten van de DAVG-Deutsche Abfall-Verwertungs Geselschafft werden verwerkt. Door de opzettelijk verdraaide en foutief vertaalde weergave werden de burgers het beeld voorgeschoteld dat Duitsland de resten van gedode soldaten verwerkte tot o.a. nitro-glycerine, smeer- en lampolie en zeep. Niets anders als haatzaaiende leugens! De publicatie lokte een discussie uit onder de minder goedgelovige lezers die er terecht op wezen dat Leichnam het correcte Duitse woord voor een menselijk lijk inhield. De ingezonden brieven zorgden echter niet voor rectificaties, de propagandistische waarde van het artikel was te groot en werd dit tot ongekende hoogte uitgespeeld en uitgebuit. “No horror in this war of horrors has excited such universal indignation as the announcement that factories have been established in Germany for extracting oils, fats and pig-food from the bodies of German soldiers killed on the battlefield. When the statement was first made most people refused to believe it.”

De koppeling met het vanuit het niets opdoemende en totaal ten onrechte aan elkaar verkleven van slavernij en racisme aan de symboolfiguur Zwarte Piet en de opzettelijk foutieve vertaling van het Duitse woord Kadaver voor Cadaver is niet moeilijk te maken. Gelijk lord Ponsonby haalt Anne Morelli, historica en professor aan de ULB, in het door haar geschreven werk Elementaire principes van oorlogspropaganda aan dat “Systematische twijfel het beste tegengif is tegen de dagelijkse overtuigingsdrift van de media tijdens sociale conflicten”. De ingezette discussie omtrent de rol van Zwarte Piet IS een sociaal en maatschappelijke discussie die – politiek aangestuurd – met name en vooral door media wordt voortgestuwd.

NB. in het begin 2018 door uitgeverij De Blauwe Tijger heruitgebrachte werk Oorlog is misleiding en bedrog ga in dieper in over de rol en invloed van de propaganda. Fre Morel – Bert van Vondel