Home » Columns » Dodende Druppel

Dodende Druppel

Schedel, Schedelbeenderen, Dood, Death Machine

Als kort na DE oorlog in elkaar gekliederde Puistepukkelaar kreeg ik uiteraard in alle variaties en toonaarden ingelepeld wat voor beestmensen die Duitsers waren.

Er was maar een goede Duitser en dat was een dooie Duitser, maar wie of wat een Duitser was, hoe die er bijvoorbeeld uitzag daar kon ik me als frisse tiener toentertijd nog helemaal geen beeld van vormen.

Die roep was hen in elk geval vooruit gesneld en wij als jeugdigen waren en werden daarover tot in den treure beleerd en belezen. Gelukkig maar dat de geallieerden er waren, wie of daar allemaal bij hoorden moest ik toentertijd nog wat preciezer uitvinden, zo had je Britten en Engelsen maar ook Ammies en Amerikanen, Canadezen, een heel hok vol eerlijke vechters.

Russen speelden in totaal geen enkele rol, dat duurde nog jaren voordat wij daar wat over hoorden, voor mij was dat pas ver nadat ik de schoolbanken verruild had voor kookpotten en braadpannen.

Maar afijn, die geallieerden, die hadden er toch maar mooi voor gezorgd dat Duits geen voorkeurstaal meer was, het was steeds meer Engels dat de klok sloeg. De Beatles bestormden Europa met hun Baby, Baby, jeah, jeah .. iets waar mijn ouders en veel volwassenen een broertje dood aan hadden ”wat zingen die lui nu eigenlijk?” Simpele kreundeuntjes veroverden de hitlijsten en verdrongen langzaam aan Hoempa hoempapa und ”Junge kom bald wieder”.

Bladen en kranten van toen vulden zich met wetenschap van de betere mensensoort, geallieerde knappe koppen voerden de boventoon. Men ging in die tijd nogal prat op de onvergelijkbare militaire macht van de overwinnaars en superieure dood & verderftechniek schreed met snelle stappen voorwaarts. Geregeld waren er nieuwe spectaculaire uitvindingen die het levenslicht zagen.

De impact van de atoombom op Japan, nee, die kan ik me niet zo voor de geest halen, maar ja, dat had ook niets te maken met DE oorlog, ‘onze’ oorlog, de echte oorlog van dichtbij. Als ventje van amper tien kon ik me wel heugen dat de ‘Engelsen’ een nieuw wapen hadden uitgevonden, zo super dodelijk en gevaarlijk dat niemand nog een oorlog zou willen starten.

Gewoon een druppeltje op je huid van een of ander gemeen goedje dat in een laboratorium ontwikkeld was en binnen een paar seconden was je morsdood. Voor mij was dat allemaal spannende sience fiction en ik was maar wat blij dat ik geen Duitser was, want stel je toch eens voor, dan was ik wel de pineut als er weer oorlog kwam. Voor mij was toen al lang duidelijk dat de Duitsers het slechtste volk op aarde waren.. toch?

Wat jaartjes later probeerde ik mijn grijze hersencellen wat meer aan het werk te zetten en schoof ik ‘s avonds aan in de schoolbanken van de avondmavo en een van de toenmalige leerkrachten was een al ietwat belegen onderwijzer. Het was een gezellig prater en tijdens een van de koffiepauze’s verhaalde hij over zijn jonge jaren en carrièrekansen en daar kwam het verhaal van die dodende druppel weer even aan de oppervlakte.

Als medisch/academisch opgeleide met een zekere begaafdheid had hij net na de oorlog een aantrekkelijk aanbod afgeslagen om in Engeland in een laboratorium te gaan werken aan de ontwikkeling van biologisch wapentuig. De geboden arbeidsvoorwaarden en bijkomende emolumenten waren meer dan genereus, niet alleen voor hemzelf maar ook voor zijn gezin, maar hij had het toch afgewezen.

Ook daar vertelde hij het een en ander over, hoe van hem verwacht werd dat hij samen met een cluster internationaal uitgelezen collega’s bestaande en bekende virussen om te bouwen tot dodelijk wapentuig. In afzondering van elkaar en in perfecte steriele separatie werken aan Wunderwaffe 2.0 die “in the blink of an eye” al het ongewenste tuig gruwelijk en onverbiddelijk van de aardbodem zou wegvagen.

Hij had het afgewezen, hij had op de keeper beschouwd morele bezwaren om daar zijn kennis en vaardigheden voor in te zetten met kans op radicale Vernichtung van zichzelf bij een onverhoopt en niet ondenkbare virale miskleun. Bij dat soort verwachte calamiteiten was de procedure het hermetisch afsluiten van vleugel en werkruimte waar de dood uit de reageerbuis was ontsnapt.

Een artikel over het bewust en o.a. in het EMC Rotterdam (door)ontwikkelen –  ‘Gain of Function Research’ – van het H5N1 vogelgriepvirus dat ik toegezonden deed me denken aan het verhaal van toen, van de Dodende Druppel. Voor wie geïnteresseerd is: het artikel staat/stond online op Saltmines.nl en geïnitieerd door Boet Schouwink en geschreven in samenwerking met Maaike van Charante.