Home » Columns » Geld met ‘T.H.T’

Geld met ‘T.H.T’

 

Geld is enkel een ruilmiddel waarvan de waarde gelijk op moet gaan met het product, dienst of goed wat daar tegenover staat. Net als het product, dienst of goed (bijvoorbeeld een appel) moet ook geld een beperkte levensduur hebben, beperkt houdbaar, dus: ’tenminste houdbaar tot’.

Een lokaal betaalmiddel in de vorm van circulatiegegarandeerd geld wordt ook wel Vrijgeld genoemd en is een betaalmiddel met een planmatige en tijdafhankelijke waarde(volume)vermindering ter hoogte van enkele procenten per jaar. Haar belangrijkste en enige doel is het om producten, diensten of goederen te laten rouleren en daarmee de (eigen) economie te stimuleren waardoor de eigen werkgelegenheid gestimuleerd wordt en daarmee tegelijk OOK de lokale welvaart en het welzijn.

Vrijgeld is een betaalmiddel met een planmatige en tijdafhankelijke waarde(volume)vermindering ter hoogte van enkele procenten per jaar. Het lokale betaalmiddel wordt met een negatieve rente belast (oppotten en sparen heeft geen nut, het verarmd de bezitter ervan in plaats dat deze zich er mee verrijken kan. De appelverzamelaar zal na enige tijd ook enkel uitgedroogde vruchten bezitten).

Dat betekent dus dat de waarde van Vrijgeld permanent iets daalt wat de omloopsnelheid bevordert. Dit heeft tot gevolg dat de geldstroom de eigen economie stabiliseert.

De procentuele waardedaling komt ter beschikking aan de kredietorganisatie die de operatie voor haar rekening neemt, zij wordt betaalt uit de ‘beschikbaarheidsbelasting’. Sivio Gisell stelde hiervoor een in de praktijk getoetst percentage vast ter hoogte van 3 a 4% per jaar.

Dit omloop-garantie van dit geld wordt geactualiseerd door de waardedaling (elektronisch) op te waarderen zodat de waarde behouden blijft. Verschillende regio-geld systemen-initiatieven passen een gegarandeerde omloop-bescherming toe.