Home » Geschied-en-is » Marokkaanse bevrijders WO2 mythe

Marokkaanse bevrijders WO2 mythe

In de Tweede Wereldoorlog hebben Marokkanen meegevochten in Zeeland, zo luidt het verhaal, en ze zijn daar begraven. Dat laatste klopt. Het eerste niet. Jaarlijks worden ze herdacht op de Franse militaire begraafplaats in het Zeeuwse Kapelle: honderden soldaten die het in mei 1940 opnamen bij gevechten in Zuid- Beveland en Walcheren tegen de Duitsers. Steun van Nederlandse soldaten hadden ze niet want die waren er vandoor.

Behalve de namen van gesneuvelde Fransen kom je er Marokkaanse namen tegen. Ook zij, zo gaat het verhaal, vochten in Zeeland mee tegen de Duitsers. “Sprookje,” zegt onderzoeker Jan Hey uit Hengelo.

(Bron: HP de Tijd – 2004)

Hey is de deskundige bij uitstek als het gaat om geallieerde militairen die in de Tweede Wereldoorlog op Nederlandse bodem zijn gesneuveld. In het begin van de jaren tachtig kwam hij in het bezit van het archief van het Rode Kruis. Alle toenmalige duizend Nederlandse gemeenten gaven plichtsgetrouw de buitenlandse slachtoffers door aan het Rode Kruis. Later verfijnde hij het systeem, zegt hij, en vergissingen zijn nagenoeg uitgesloten. Zeker, op het Franse militaire kerkhof in Kapelle zijn Marokkaanse militairen begraven, zegt Hey. Maar niet omdat ze daar hebben gevochten. “Ze zijn verdronken bij de evacuatie van de geallieerden bij Duinkerken. Ik vermoed dat het schip waarop ze zaten, is getorpedeerd.”

Waar de mythe van die Marokkaanse soldaten in Franse dienst precies vandaan komt, is moeilijk te achterhalen. Duidelijk is wel dat een belangrijke rol is weggelegd voor de 54-jarige Marokkaanse opbouwwerker Mohamed Achahboun. Hij woont sinds 1970 in ons land en is vanaf 1989 als adviseur bewonersaangelegenheden in dienst van Stichting BOOG in Den Haag.

Achahboun is gebiologeerd door de krijgsverrichtingen van zijn landgenoten in de Tweede Wereldoorlog. Twee jaar geleden – op zaterdag 3 mei 2003 – hield hij een lezing in de Laurenskerk in Rotterdam in het kader van het thema Marokkanen in de Tweede Wereldoorlog, georganiseerd door het Landelijk Bureau ter Bestrijding van Rassendiscriminatie. Achahboun beweerde bij die gelegenheid bewijzen in handen te hebben dat de in Kapelle begraven Marokkaanse soldaten in de meidagen van 1940 in Kapelle en omgeving tegen Duitse SS-eenheden hadden gestreden. Tientallen Marokkaanse soldaten zouden bij de felle gevechten zijn gesneuveld. Een aantal zou op de Franse militaire begraafplaats liggen; daarnaast zouden 63 Marokkanen in massagraven zijn ondergebracht. De mythe, die in Marokkaanse kringen al de ronde deed, kreeg nu het predicaat echt gebeurd.

Het verhaal verspreidde zich razendsnel. Vorig jaar greep het Amsterdamse stadsdeel De Baarsjes de vermeende heldenrol van de Marokkanen aan om hun jonge landgenoten op het goede pad te brengen, na de beschamende taferelen tijdens de dodenherdenking in 2003 in Amsterdam. Toen ging na afloop een groepje jongens voetballen met kransen en bloemstukken. Enrico Bartens, die zichzelf een ras-Amsterdammer noemt, schreef in het boekje Mo ’40-’45 dat de voorvaderen een felle strijd hebben geleverd tegen de Duitsers. In het kader van hun opvoeding zou vorig jaar een bus met Marokkaanse jongeren naar Kapelle afreizen om de jaarlijkse herdenking bij te wonen. In Kapelle zijn die echter niet gesignaleerd. Wel woonde het PvdA-Kamerlid Khadija Arib de herdenking bij, samen met enkele landgenoten.

De Rijksvoorlichtingsdienst vergrootte de spraakverwarring door een persbericht de wereld in te sturen waarin de rol van de Marokkanen in de schijnwerpers werd gezet. Dat was weer tegen het zere been van de Franse ambassade, die vond dat alle media-aandacht ten onrechte uitging naar de Marokkanen in plaats van naar de Franse soldaten van wie wel onomstotelijk vaststaat dat ze zijn omgekomen bij de gevechten in Zeeland.

Voor verwarring zorgde een jaar geleden ook een interview in Elsevier met de inmiddels 84-jarige Moughit ben Daoud, die drie jaar geleden de dodenherdenking in Kapelle bijwoonde. In Elsevier zei de gewezen veteraan dat hij als sergeant deel uitmaakte van het Franse leger dat naar Zeeland was gestuurd om de Duitse opmars te stuiten. Bij gevechten in Zuid-Beveland zouden meer dan honderd Marokkaanse soldaten in Franse dienst om het leven zijn gekomen. Daoud ontsnapte door in de Westerschelde te springen. Ze zouden urenlang hebben gezwommen tot ze door een Nederlander werden opgevangen. Na een paar dagen te zijn ondergedoken, zouden ze lopend naar Frankrijk zijn teruggekeerd.

Mohamed Achahboun, nu: “Die man zuigt dat toch niet uit zijn duim?! Ik vind het heel kwalijk dat hij voor fantast wordt uitgemaakt. Elsevier is een alom gerespecteerd weekblad, dat zich niet kan permitteren om verzinsels af te drukken.”

Archivaris Frank de Klerk van de gemeente Kapelle viel echter bijna van verbazing van zijn stoel toen hij het verhaal onder ogen kreeg. “Het komt me erg ongeloofwaardig over. In mei is het zeewater nog erg koud. Hou kun je in die omstandigheden dan uren in de Westerschelde zwemmen? Na een paar minuten ben je al onderkoeld. Maar ik denk niet dat er sprake was van opzet. Naar ik heb begrepen, heeft Daoud in heel Europa gevochten. Zoveel jaar na dato is het moeilijk om precies te weten waar je overal bent geweest.”

Ook onderzoeker Jan Hey kan het artikel niet plaatsen. Tijdens zijn navorsingen ontdekte hij dat het Zevende Leger vrijwel uitsluitend uit Fransen bestond. “Ze waren ook wat ouder dan gemiddeld. Velen hadden nog in de Eerste Wereldoorlog gevochten.” Hij is geen Marokkaanse namen tegengekomen. “Ik vind het onbegrijpelijk dat het relaas van die Marokkaanse sergeant voor zoete koek is aangenomen. Het verhaal klopt voor geen meter.”

Ook militair-historicus dr. Jan Schulten gelooft niet dat in Zeeland Marokkanen hebben gevochten. Op verzoek van de burgemeester van Kapelle, oud-militair Siebe Kramer, verdiepte hij zich in de vraag wat zich in de meidagen van 1940 precies op Zeeuwse bodem heeft afgespeeld. Schulten heeft slechts één Marokkaan kunnen traceren die bij oorlogshandelingen op Nederlandse bodem het leven heeft gelaten: een parachutist, die in 1945 bij Franse luchtlandingen in Drenthe is gesneuveld. De andere achttien in Kapelle begraven Marokkanen zijn, denkt Schulten, verdronken bij de evacuatie van de Brits/Franse troepenmacht bij Duinkerken, van 26 mei tot 4 juni 1940; de Marokkanen zijn pas in juni en juli aan de Hollandse kust en bij Terschelling, Vlieland en Schiermonnikoog aangespoeld.

Jan Schulten: “Theoretisch is het denkbaar dat die aangespoelde Marokkaanse soldaten in Zeeland hebben gevochten. Van degenen die zich uit Zeeland hebben teruggetrokken, is waarschijnlijk een aantal in Duinkerken aangekomen. Bij de verscheping zouden ze dan kunnen zijn verdronken. Maar dat is heel onwaarschijnlijk. Het ligt meer voor de hand dat de verdronken Marokkanen tot de ingesloten Franse eenheden behoorden die naar Engeland zouden worden overgebracht. En dat geeft weer voedsel aan het verwijt van Franse kant dat de Britten in de eerste boten mochten vertrekken en dat de Franse soldaten pas aan het eind van de evacuatie aan de beurt waren, en dat ze waren aangewezen op gammele bootjes.”

Achahboun blijft volhouden dat het verhaal over zijn landgenoten uit betrouwbare bronnen komt. Inmiddels overleden Kapellenaren zouden hem hebben bezworen dat ze Marokkaanse soldaten naar hun laatste rustplaats hebben gebracht en hen hebben begraven volgens islamitisch gebruik.

Intussen kan men er bij de gemeente Kapelle geen touw meer aan vastknopen. Samen met de Franse ambassade tekent de gemeente voor de jaarlijkse herdenking van de Franse slachtoffers. Bij die gelegenheid staan nabestaanden stil bij de dood van hun geliefden. Ook worden er kransen gelegd. Decennialang was dat een strikt Franse aangelegenheid. Zes jaar geleden stonden er ineens drie bussen met Marokkanen op de stoep. Een student van Marokkaanse afkomst aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda zou zijn landgenoten op het spoor hebben gezet. Twee jaar geleden was de inbreng van de Marokkanen opnieuw voorpaginanieuws toen Achahboun de zaak aankaartte. Alle media stortten zich vervolgens op de Marokkaanse inbreng bij de verdediging van ons land en rukten uit om de jaarlijkse dodenherdenking in Kapelle te verslaan.

Dit jaar (2018) zal de herdenking plaatsvinden op dinsdag 17 mei. Op die dag is het precies 65 jaar geleden dat de Franse brigadegeneraal Marcel Deslaurens op de kade van Vlissingen werd doodgeschoten. Met een aantal soldaten dekte hij de aftocht van Franse eenheden die zich lieten verschepen naar Zeeuws-Vlaanderen. Vlak voordat hij als laatste aan boord zou gaan, werd hij dodelijk getroffen door een Duitse kogel.

Wie dit jaar de herdenking zullen bijwonen, is nog onduidelijk. Burgemeester Kramer: “Het is niet eenvoudig om met de Marokkaanse gemeenschap afspraken te maken. Soms komen ze onaangekondigd met bussen vol naar Kapelle, een andere keer zeggen ze de herdenking bij te willen wonen maar laten ze het vervolgens afweten. Je kunt er geen peil op trekken.”