Home » Columns (Pagina 10)

Categoriearchief: Columns

John en zijn ESSOWEE

John Ruibing

“Kijk”, zegt hij “dit is nog een van die oude wandelstokken die in vroeger tijd bij de Winschoter Adrillen markt werden uitgereikt. Niet helemaal zeker, maar volgens mij komt dit exemplaar nog van de Stadhuiszolder”. Met een glimlach toont John het duidelijk gedateerde stokje terwijl hij voor een geschilderd tafereel van een ver verleden Adrillen staat.

De 60-jarige goedlachse John Ruibing vertelt met verve het verhaal van de ‘club’ waar hij voor staat, zijn club waarvan hij naast al jaren bestuurslid nu de positie van secretaris bekleedt. Stichting Oud Winschoten, de SOW, het is een van de lokale organisaties waar een 20-tal historisch betrokken en gemotiveerde Oldambtsters zich meer dan thuis en op hun plaats voelen. Een prijzenswaardige organisatie die het Winschoter verleden tastbaar voor de toekomst bewaard houden en zich gesteund weet door ruim 450 donateurs.

John neemt me mee door de recent betrokken lokalen van de oude Pabo aan de Stikkerlaan vol met in veler vorm opgeslagen Winschoter herinneringen. Het halve interieur van de toentertijd op de hoek van de Engelsestraat en de Wevershorn gevestigde Bakkerij M. Fröling Jzn. staat naast de houten voorraad zaadkast van Kloosterhuis geduldig te wachten om op een passende plek ingedeeld te worden. Alle lokalen staan werkelijk boordevol met grote en kleine tijdcapsules, zoals de houten flessenkratten van Woltjer & Oosting, een in vol tenue gestoken paspop van het teloor gegane ‘Winschoten 66’, een toonkast vol Winschoter tinwerk, de ‘kast-van-Uil’, de oude kruikenwarmer uit het Sint Lucas, schappen vol oude kaarten, tekeningen en schilderijen, planken vol boeken en dozen vol archiefmateriaal, echt te veel om te benoemen.

Onder het genot van een bakje koffie praat hij enthousiast verder over de stichting die hij en zoveel andere Winschoters een warm hart toedragen en komt het gesprek erop hoe de voormalig Hotelier langs familiebanden gehecht aan het befaamde Hotel De Nederlanden bij de de SOW betrokken geraakt is. Al vele generaties lang is de familie Ruibing betrokken bij het wel en wee rond stad en markt. Ooit begonnen op de Oldambtster Herberg maakte overgrootvader zich in 1870 zelfstandig door het vrijwel naastgelegen logement De Nederlanden over te nemen. Naast onderdak voor de reiziger en stevige en voedzame kost voor boeren, burgers en buitenlui vonden de paarden verversing in de stal. Het waren levendige tijden, vooral tijdens kermissen en jaarmarkten. De paarden maakten later plaats voor auto’s van de hotelgasten en op feestelijke dagen vonden soms wel 1.200 fietsen hier hun tijdelijk onderdak.

“Tijdens de Adrillen markten was Winschoten altijd overvol en gezellig druk door de enorme toeloop uit omringende dorpen voor de veemarkt. Vee dat op haar beurt weer zorgde voor een overvloedig aanbod van stront en stro dat vanaf de markt naar Langestraat en Torenstraat oprukte. In die jaren zorgden wij de avond ervoor dat we oud meubilair geplaatst hadden en overal matten op de grond gelegd hadden, vooral de padvinders hielpen daar een aardig handje bij mee” vertelt John. “Het waren gezellige dagen, overal in de stad en in de kroegen aan de markt muziek en zang en de toentertijd in heel Groningen wereldbekende Jopie Koopman speelde bij ons de sterren van de hemel, dat waren nog eens tijden.., heerlijk!”

“Adrillen is bij lange na niet meer het jaarfeest wat het ooit was, door de MKZ crisis van jaren geleden verdween het vee van de markt en daarmee ook de oude tradities. Geen marktplein meer vol met paarden, koeien en kalveren geketend aan het mobiele houten hekwerk met doorgeregen stalen kettingen. Kijk.. hier achter me staan toevallig nog een paar van die originele palen met ketting die vroeger in de verzonken putjes geplaatst werden op het plein. Ik heb zelfs nog een foto van jou waarop je als Boertje Popko verkleed naast zo’n hekwerk op de markt staat. Jij had daar toen je drietand vast, dat was ook al weer jaren terug, dat was toen en ook wel iets anders dan zo’n oude wandelstok uit vroeger tijd”.

Het Raketje van Sjanetje

De kiddo’s waren enthousiast, vanaf het eerste moment geboeid en deden ook actief mee. Dat oorlogen nooit per ongeluk ontstonden en dat niet wij, de burgers, maar de politieke bestuurders daar altijd de grootste verantwoordelijkheid voor dragen, dat had ik hen net kort uitgelegd. Daarbij had ik ze ook verteld dat het eigenlijk te bizar voor woorden is dat ze daar telkens weer opnieuw in slagen omdat ze daarin al eeuwenlang hetzelfde patroon volgen.

Oorlog is misleiding en bedrog en de leugenaars weten er geraffineerd voor te zorgen dat de burgers er altijd weer intrappen. Liegen tot je barst met haat als resultaat en wij, de burgers, zijn daarbij altijd de pineut. Mensen geloven nu een keer alles, als je het hen maar vaak genoeg vertelt en of het nu waar is of niet, als je het maar blijft herhalen wordt het vanzelf de enige-echte-waarheid.

Sjanetje, een dunne deerne met lang blond haar van 11 jaar had haar hoofd goed aan staan, ze gaf zinnig en gewiekst commentaar. Waarom die oorlogen dan toch telkens weer begonnen was haar vraag en ik besloot haar mee te nemen in het voorbeeld dat ik daarop gaf. Als doe-het-zelf conferencier maak ik tot plezier en vreugde van de leerlingen en mezelf als het kan een all-in-theatervoorstelling van m’n gastlessen. Met humor hou je het langer vol en tot nog toe is dat bij de kiddo’s van ruim 700 scholen aardig gelukt al zeg ik dat zelf. Het mannetje-met-het-snorretje en de arm-omhoog komt steevast aan bod, maar wat zijn rol is in de oorlogen VOOR en NA die vette oorlog van 39-45 dat ontgaat hen, dat kan ook kloppen want de oorlog in Yemen en Syrië ontbrandden zonder hem. Hoe dan? vroeg Sjanetje, waarop ik van wal stak.

Weet je Sjanetje, je hebt een raketje, zo’n mooi klein ding met een partijspoortje aan de zijkant. Jij gaat lekker de lucht in, en ik mag mee. Maar ja, ik heb wel ‘hoogtevrees’ maar jij stelt me gerust en zegt me dat ik er niets van merk. We stappen in, jij achter het stuur en ik houd me vast aan de beugels bij het toegangsluik. Je geeft een straal gas en wij schieten met een rotgang de ruimte in. Ik schrik en schreeuw dat ik bang ben. Hou je maar vast aan de haken bij de patrijspoort en kijk maar naar buiten zeg je, dan kan je de aarde zien en de maan en misschien ook wel de zon. Het helpt, ik wordt rustiger maar als ik eens goed kijk dan zie ik buiten in het donkere heelal een hele grote voetbal zweven. Hee.. Sjanetje, ik zie een voetbal roep ik waarna ze zich met een verbaasd en verwonderd gezicht naar mij toedraait. Je bent niet wijs zegt ze, dat is de aarde…

Je hebt toch wel eens een landkaart gezien, vraagt ze. Kijk, zie je die grillige streepjes die de aardbol in allerlei aparte stukken verdeeld? Elk stuk is ingepikt, een soort van ‘landje-pik’, je vader kent het misschien nog. Vroeger deden de kinderen een spelletje waarbij ze hun zakmesje in een cirkel de grond gooiden en daarmee gebiedjes voor zichzelf afsneden. Wie het grootste stuk in kon pikken had gewonnen, ja.. echt waar. Zo is dat in de grote mensenwereld nog net zo.. in het ene stuk is er veel goud te vinden, daar trekken ze een lijntje omheen en zetten er de letter G op. In het ander stuk ernaast zit veel olie, daar zet een ander weer een lijntje omheen en de letter O op. Daarnaast zijn veel diamanten gevonden en ook daar wordt een lijntje omheen getrokken en zetten ze de letter D op. Er wonen ook mensen op die stukken aarde, maar die zijn voor die lijntjestrekkers minder belangrijk dan de spullen die in de grond zitten.

Goud, Olie en Diamanten, dat is voor de Grote Graaiers die nooit genoeg hebben veel belangrijker dan dat het goed gaat met alle mensen en er vrede is en blijft op aarde. Die graaiers hebben nooit genoeg, ze willen als het kan alles hebben, de G de O en de D, ze willen de meest machtige zijn. Ze willen het stukje van de buren in-pikken maar ja, dat gaat niet zonder slag of stoot maar daar hebben ze wat op gevonden. Het zijn niet alleen Grote Graaiers maar ook Grote Leugenaars. Ze stoken de mensen tegen elkaar op, spelen ze tegen elkaar uit, veroorzaken relletjes en als er ruzie van gekomen is zorgen zij er wel voor dat het uit de hand gaat lopen. Je kunt het een beetje vergelijken met een gemene brandweerman die benzine en olie op het vuur gooit, daardoor gaat het alleen erger branden.

Als het brandje een vuurzee geworden is, alles kapot gaat en veel mensen gewond raken en dood gaan is het voor hen nog maar een fluitje van een cent om oude streepjes weg te gummen en nieuwe te trekken, compleet met mooie contracten en verklaringen erbij dat de Grote Graaiers nu de baas geworden zijn van het G, de O en de D. De mensen die na die grote slachtpartij nog over zijn en gewond en verwonderd om zich heen kijken zien dat de streepjes weggewist, hun bezit weggegrist en het leven van hun familie, vrienden en bekenden is verkwist en uitgewist. Maar och.. het leven van de ‘goeien’ gaat gelukkig door en hebben de ‘slechten’ hun leven verloren… maar dat is niet anders, dat is al eeuwen zo. De liegende Grote Graaiers doen iedere keer hetzelfde spelletje, ze zijn helemaal niet zo slim hoor, maar wij, mensen geloven zo graag alles ..

Met grote ogen kijk ik haar aan en daarna door de patrijspoort weer naar buiten, naar de voetbal die aarde heet, in het Raketje van Sjanetje.

De Jongens van Monique Pol

Glimlachend zit ze in het prille voorjaarszonnetje en vertelt met passie haar verhaal, Monique Pol. Haar verhaal is indrukwekkend en inspirerend tegelijk en haar maatschappelijke betrokkenheid is ongekend. Wie is deze 51-jarige (en van oorsprong uit Vlaardingen) afkomstige vrouw met het ruime hart? Wat beweegt haar om te doen wat ze doet voor de mensen die zonder haar inzet de weg kwijt zijn in regelgeving en bureaucratie?

Monique is de oprichter en eigenaar van de in ’t Oldambt gelegen Zorgboerderij de Vossenburght, waar mensen opgevangen worden die door een verstandelijke beperking of psychiatrische aandoening niet (meer) voor zichzelf kunnen zorgen. Ook jeugd met een rugzak neemt ze onder haar hoede en biedt hen een veilige thuisplek. Gaandeweg het gesprek komt vaag de vergelijking boven met Moeder Theresa, een vrouw met een gouden hart, een mens van het soort en kaliber waarvan we juist NU (en niet alleen in ’t Oldambt) een nijpend gebrek hebben.

Zeventien jaar terug trok ze naar het Noorden en streek neer in het Groningse Meeden om daar haar ding te doen, te doen wat naar haar oordeel beter moest en naar eigen ervaring beter kon. Ze was haar carrière in de zorg in het West-Nederland gestart in een instelling waar zwaar gedragsgestoorde mensen ondergebracht werden.

“Achttien jaar heb ik op de groep gestaan, zoals dat genoemd wordt, met z’n tweeën probeerden we dertien mensen – in hoofdzaak mannen – te verzorgen, aangevuld met twee rolstoelafhankelijken die door hun indicatie wel extra geld in het laatje brachten maar daar absoluut niet op hun plaats waren” zegt ze, “zwaar en inspannend werk, maar tegelijk absoluut onwerkbaar. Mijn Jongens kregen door regelgeving en starre bureaucratie niet wat hen ten goede kwam. Onvoldoende gekwalificeerd personeel dat zich veel te vaak koffiedrinkend en rokend afzijdig hield en de Jongens met extra medicatie rustig en beheersbaar hield.

Ik heb toen de stoute schoenen aangetrokken en het in overleg met de directie zo kunnen arrangeren dat ik vier Jongens mee mocht nemen in m’n eigen auto. Ik nam ze mee naar buiten om op eigen tempo en regie aan het werk te gaan bij de boer, zand scheppen, tuintjes verzorgen bij buurtgenoten en dat met een verbluffend resultaat. De agressie op de groep nam af, ze werden weer meer mens. Na twee maanden was het verhaal echter over, de directie trok haar steun in en draaide de geldkraan dicht. DAT was voor mij het moment om mijn ontslag in te dienen en heb ik huis en haard verkocht om in Groningen mijn hart te volgen. In Meeden heb ik de eerste stap gezet en nu – alweer zeventien jaar verder – vang ik samen met 21 gespecialiseerde en gekwalificeerde mensen – op vijf locaties meer dan 30 Jongens op.”

Waar zij – en vooral ook ‘haar Jongens’ – toerloos tegenaan lopen is de enorm tekortschietende hulpverlening en benoemd daarbij een recent geval dat volledig uit de hand dreigde te lopen.

“Het ging hier om een jonge man waarvan de toegewezen mentor (en wettelijk eindverantwoordelijke) volledig overvraagd was. Een mentor die slecht werk geleverd heeft, haar verantwoordelijkheid niet en nooit genomen heeft en compleet verstek liet gaan. De jongen was vanuit het Westen deze kant opgekomen om een nieuwe start te maken en was bekend in de psychiatrie en met de reclassering. Hij kwam direct al verkeerd terecht als onderhuurder in een kamer in het centrum van de stad via een malafide verhuurder. Hij kreeg te maken met bedreiging en fysiek geweld maar vond gelukkig in de persoon van de hoofdhuurster een warme arm die haar hart openstelde. Zij stond hem in januari toe voorlopig te blijven zodat hij niet op straat belandde nadat de persoon waarvan hij het onderhuurde contractueel uit zicht verdween. Zijn bewindvoerder was tot dan toe totaal buiten zicht en kan nooit op de hoogte geweest zijn van de werkelijke woon en leefsituatie waarin deze jongen verkeerde, zo wel, dan heeft zij daarmee aangetoond compleet ongeschikt te zijn voor dit werk.

De bovenetage waarin zijn kamer zich bevond bleek bij inspectie begin januari veel overeenkomsten te hebben met een vuilnisdump en open toilet. Met vijf sterke mannen zijn in totaal vier volle bestelwagens met vuil, afval en menselijke uitwerpselen weggevoerd, kamer na kamer leeggemaakt, terwijl de jongen tijdelijk op adem kwam bij mij op de Vossenburght. Zijn rechtsvertegenwoordiger, zijn bewindvoerster blonk uit door afwezigheid en onbereikbaarheid, maar dat lijkt een beroepsziekte te zijn in deze tak-van-zorg. Dat ze heeft toegestaan dat hij in deze mensonterende omstandigheden mocht wonen, dat ze maandelijks braaf de huur overmaakte om deze gevaarlijke situatie in stand te houden, onvoorstelbaar!

Ik weet van de ontstelde hoofdhuurster dat zij op basis van medemenselijkheid de jongen wilde helpen en hem een volledig ingerichte kamer heeft aangeboden nadat ze dit telefonisch besproken had met de bewindvoerster. Daarnaast heeft ze alle kamers op de bovenetage’s laten strippen en alles op eigen kosten gerepareerd en vervangen zodat de jongen weer kon beschikken over een functionerend toilet, bad en keuken. Wat zij niet kon weten was zijn voorgeschiedenis en toen hij begin maart in een psychose raakte, zich opsloot en een gevaar voor zichzelf en anderen was en werd, raakte ze overvraagd.

Opnieuw liet de bewindvoerster verstek gaan en gelukkig hadden wij onderling al contact en stond ik daar die zondagochtend, samen met twee agenten van dienst die helaas niets konden uitrichten. Ik heb gedaan wat ik kon en in het belang van deze jongen heb ik hem bij mij opgenomen in de zorgboerderij. De bewindvoerster, dat moet gezegd, heeft nadien alle medewerking hierbij toegezegd maar het had heel anders af kunnen lopen. Maar weet je.. het is voor mij (en mijn medewerkers) geen opgave, het is een roeping, wij doen het met hart en ziel.

Gelukkig heb ik te maken met verantwoordelijke bestuurders in de Gemeente Oldambt, positief ingestelde en behulpzame ambtenaren waar korte lijntjes mee bestaan en die daadwerkelijk interesse tonen en waar ik graag goede zaken mee doe. De indicatiestellers, de beslissende mensen zeg maar, zijn al verschillende keren hier op bezoek geweest om te kijken wat, en te zien hoe we het doen. We doen het graag en met hart en ziel en als het aan ons zou liggen namen we morgen het leegstaande Lentisgebouw aan de Stikkerlaan over, dat is mijn droom en we hebben daarover al gesprekken gevoerd. Ik blijf mijn best doen voor mijn Jongens om hen een menswaardig dagelijks bestaan te bieden.”

Het Juiste Adres

Fruitig fris vol goede wil poseerden we voor een handjevol persfotografen in het Veendammer middagzonnetje, wij waren nieuws, Lauwers de Lange en ik. Wij hadden een Kanaalster bestelwagen vol geladen met hulpgoederen voor Polen, want daar ging onze reis op 14 augustus 1981 naar toe.

Polen, een land verstopt achter de Deutsche Democratische Republik en verscholen achter het communistische ijzeren gordijn. Ik was er nog nooit geweest maar had als historisch geïnteresseerde twintiger uiteraard van het land gehoord. Klokslag 5 uur die middag vertrokken we richting het Barre Oosten met Lauwers als navigator en ikzelf achter het stuurwiel. Het was de eerste van een reeks hulptransporten die volgden om goederen te brengen naar de noodlijdende Poolse bevolking, voor miljoenen is er toentertijd door de maatschappelijke betrokken (Oost-) Groningers naartoe gebracht.

In juni ’81 stond het verhaal van een Veendammer huisvrouw in de krant, hoe erg de situatie voor de inwoners van Polen geworden was en zij kon het weten. Als toerist had ze samen met haar man het Oostblokland meerdere keren bezocht, waren er vriendschappen gesloten met katholieke geloofsgenoten en namen ze steevast wat leuks & lekkers mee als ze op bezoek kwamen. Gebruikte kleding uit eigen kast en die van vrienden ging niet meer naar het Leger des Heils maar ging in haar zak naar Polen. Het borrelde en rommelde in Polen en in voorjaar ’81 trok Els – de Veendammer huisvrouw – haar stoute schoenen aan en deed daarover haar zegje aan een bevriende journalist die haar verhaal kundig gekneed onder het volk bracht. Ik was een van de lezers die door het artikel bewogen en gemotiveerd raakte.

Het telefoonboek leerde haar adres en een half uur nadat ik de krant aan de kant gelegd had stond ik belletje drukkend voor haar huis aan de Westereems. Verwonderd stond ze even later in de deuropening, leidde me nieuwsgierig naar de woonkamer waar ze gaandeweg door onze babbel enthousiast raakte. Nog diezelfde middag stonden de eerste piket-paaltjes in de grond voor een op te zetten stichting waarvan ik als kersverse secretaris de pen hanteerde. De als paddestoelen uit de grond schietende plaatselijke actiegroepen vonden hier onderdak en vanaf dat moment was het inzamelen geblazen. Het goede en bewogen hart van betrokken mensen kwam actief in actie – de Polen moesten geholpen worden en een stortvloed aan acties leverde een vloedgolf aan goederen op.

Samen met Lauwers, de man van Els, reed ik die vrijdag in augustus ’81 het eerste hulptransport naar het Oostblok. Zaterdagochtend na het ontbijt richting Duits/Duitse grens, wel iets anders dan de grensovergang bij Bunde of Bellingwolde. Een open en uitgebreid complex waar een paar IKEA-parkeerplaatsen makkelijk in opgeslorpt kunnen worden, met een groot aantal afgebakende rijbanen, waarboven routeborden, douane gebouwen, geüniformeerde en door kijkers spiedende en controlerende wachters, hoge wachttorens waarin met zwaar kaliber bewapende grenssoldaten het complex nauw in de gaten hielden. Niet alleen aan de grens werden we nauwkeurig onderzocht maar ook gedurende de reis naar Polen met regelmaat geëscorteerd. Ook de Poolse grensovergang was toch wel een dingetje, een zekere dreiging was voelbaar, maar standvastig voor de goede zaak namen we elke horde.

Het was een enerverende tijd, waarin van alles gebeurde, de wereld enorm in beweging was, een tijd van dreigende decennia, misschien nog wel meer dan nu en daardoor misschien ook wel te vergelijken met wat er nu in het Oostblok speelt.

Het was de tijd van (het door het Westen gesteunde) vakbonds- en oppositiebeweging Solidarność. Sociale onrust en stakingen, een strijd om de macht met een door de katholieke kerk en Poolse Paus gesteunde strijd tegen het communisme. Een paar maanden voor ons vertrek, in mei 1981, werd Solidarność gelegaliseerd in een poging om een bloedige opstand zoals in Hongarije (in 1956) en Joegoslavië (1968) in de kiem te smoren. Het door president generaal Wojciech Jaruzelski gevoerde communistisch Poolse bewind moest ten val gebracht worden en alle bruikbare middelen werden daarvoor ingezet, militaire maar vooral ook propagandistische middelen. Vier maanden na onze eerste reis kondigde Jaruzelski op 13 december 1981 de staat van beleg af, we hielden onze adem in maar we bleven stug doorgaan, wij bleven vol overtuiging en goede bedoelingen onze medemenselijke rol vasthouden.

Mijn pen rolde duizenden woorden tot motiverende krantenbijdragen, bedacht allerlei acties zoals winkelwagenacties bij de supermarkten met plakkaten met daarop Poolse wit-rode vlaggen waar mijn medemensen uitgenodigd werden goederen te delen, babyvoeding, conserven, zeep en soda, voorlichtingscampagnes en markten in eigen streek en taal, lege flessen acties, met plastic visemmertjes met wit-rode vlag erop geschilderd langs de deuren collecteren – hoe actief kon ik als mens zijn voor de noodlijdende Polen. Alles en samen voor de Oostblok-medemens, de Wit-Rode vlag in top, vergaderen tot in Haagse ambassade’s toe alleen hun volkslied kwam niet over mijn lippen, daar hield het voor mij op. Het was die tijd dat ik langzaam wakker geschud werd, dat ik te maken (en veel meer inzicht) kreeg in wereldpolitiek, ik zag wat ik nooit zag.

De woorden van Van Messel, de directeur en eigenaar van de lokale vleesfabriek, galmen jaren later nog na in mijn gedachten. Bij hem dacht ik aan het juiste adres te zijn voor worsten, spek en vlees om de noodlijdenden in Polen te steunen maar hij bekte me aan zijn deur nog net niet helemaal af. Hij stuurde me vermanend weg – of ik wel wist waarmee ik bezig was, of ik niets wist van de geschiedenis, over wat er met zijn geloofsgenoten in Polen gebeurd was en door wie…. Ik vond zijn reactie toen buitengewoon stuitend, haast onmenselijk, dat had ik niet verwacht, zeker niet van hem.

Maar ja wat wist ik toen? Nu is dat precies eender.. wat weet de massa van nu over toen? Wat denkt ze te weten en vooral wat weet ze (nog) niet! We kunnen elke dag en allemaal iets leren over Oekraïne, over wat daar geschied (en-is), over hun daden en hun doen, over misleiding en bedrog – het heeft soms wat tijd nodig om te landen, voor de een is dat een dag – de ander misschien decennia. Ik wist toen ruim onvoldoende, ik kon het toen (nog) niet zien, en nog kan ik – 40-jaar verder – onmogelijk alles weten. Toen op dat moment (nog) niet bevatten, ik dacht NA, niet ZELF, maar bij Van Messel aan de voordeur werd mijn denken (over dat onderwerp) verder aangezet, ik was bij hem terecht op het juiste adres.

Beste mensen, lieve vrienden en meelezers

Zonsopkomst, Eikenboom, Takken, Boom, Natuurpracht

Ik hoop dat u de tijd neemt om het onderstaande schrijfsel te lezen. U hoeft het niet met mij eens te zijn maar gun het uzelf – het schaadt u niets. We staan op dit moment als mensen – wereldwijd – midden in een gevaarlijke tijd en de mogelijkheid om het tij ten goede te keren lijkt bijna achterhaald.

Voor wie mij (een beetje) kennen val ik misschien in herhaling en voor wie ik onbekend ben, probeer ik het in dit stuk zo kort mogelijk te houden .. ik hou me als mens al tientallen jaren bezig met oorlog en vrede. Vooral de vraag ‘HOE’ het in hemelsnaam toch mogelijk is dat mensen zich laten meevoeren in een koers die op oorlog en vernietiging uitdraait, dat heeft me de afgelopen decennia enorm bezig gehouden. Er wordt een mechanisme in ons mensen aangezet zonder dat we ons dat in wezen goed beseffen en laten we toe dat bepaalde menselijke eigenschappen gemobiliseerd worden met als resultaat dat mensen in een strijd van leven-op-dood tegenover elkaar komen te staan.

Wij, mensen, en geen een uitgezonderd, u niet, ik niet, en onverschillig welke politieke, religieuze en levensbeschouwelijke overtuiging we aanhangen, welke nationaliteit, kleur of sekse we ook zijn, uit welk werelddeel we komen of ras we ook zijn… echt niemand is er van gevrijwaard. Het is misschien wel te vergelijken met een dodelijk virus, een van het sluipmoordenaars-soort dat ons al bij de verwekking meegegeven wordt, een dat zich nooit laat uitroeien en dat alleen onder bedwang gehouden kan worden door middel van echte kennis en oprechte inspanning. Onze natuurlijke afweer bestaat uit het weten Hoe het virus gewekt wordt, Waardoor en vooral ook het Waarom!

Oorlogen.. het initiatief daartoe wordt nooit door ons, door u of door mij, genomen, maar worden wij – beter gezegd LATEN wij ons, Wereldburgers – telkens naar die dodelijke route leiden. Wij laten ons mis-leiden op een route vol leugens en bedrog en dat zonder dat wij ten volle beseffen dat wij in wezen de grootste rol hierin spelen. Oorlog brengt geen recht, wapens geen vrede en het is de meest dodelijke die wint en het is niet de eerlijke rechtschapenheid die overleeft, ook al denken we dat en willen we daar graag in geloven. Het dodelijke virus overleeft altijd en het is de leugen die regeert en er telkens weer voor zorgt dat oorlogen on-uit-roeibaar en eeuwig over de wereld woeden.

Het is de leugen ook die het dodelijke virus telkens mobiliseert en de haat in ons tot leven wekt. Haat die aangestuurd wordt door angst en die oproept tot verweer en strijd. Het meest dodelijke wapen dat wij als mens bezitten wordt tot leven geroepen door emotie en het is ALLEEN de ratio die wij daar als tegengif, als killervaccin, tegenover kunnen zetten. De tijd van NU is – zover IK kan beoordelen en dat op basis dat ik mij de afgelopen 50 jaar verdiept heb in deze materie – nog nooit zo zorgelijk geweest. We zijn NU als wereldburgers hardhollend op weg om een kleine oorlog (waarin nu vele duizenden mensen op leven en dood met elkaar strijden) onbeheersbaar te laten escaleren tot een onbegrensde oorlog van een ongekend formaat en omvang, die geen mens zich voorstellen kan of ooit meegemaakt heeft.

Mijn advies: maak NU een pas op de plaats en hoe gelijk u ook meent te hebben, hoe goed u het ook bedoeld, geef dit virus geen kans, zet uw verstand aan, laat de ratio de emo bedwingen, leg uzelf een maand lang een lockdown op en laat radio, tv en internet uit en richt u op uzelf, uw familie, vrienden, buren en luister niet naar politici of partijen van welke kleur of richting dan ook die wapens als geneesmiddel zenden en daarmee olie op het vuur gooien, dit zijn lieden die ervoor zorgen dat de vernietiging rap en ras op uw eigen deurmat gebracht wordt, uw eigen buurt, gemeente, provincie of land tot oorlogszone verworden is. Vergis u niet, het is geen sportwedstrijd en kent alleen verliezers, miljoenen, zo niet meer! Doe het tegenovergestelde en zet de media uit, DAT is een offer, dat overleeft u.

Vlag & (be-)Lading

Interessante invalshoek over de oorlog in Oekraïne, daar wil ik een bericht aan wijden” was de reactie van een bevriende Stad-Groninger blogger, zijn reactie was een van de vele reacties die bij me binnenkwamen kort nadat ik een vier-regelig schrijfsel op mijn tijdlijn op Facebook geplaatst had.

‘Die Fahne hoch’ stond er als aanhef boven, daarmee een directe link leggend naar het Horst Wessellied met daaronder een afbeelding van een blauw-gele vlag geplakt die ik eerlijk ergens digitaal vandaan gesnaaid had. In het midden ervan was een naar links gekanteld, rechtsdraaiende swastika afgebeeld in een witte cirkel.

Vooral het teken dat aangehaakt is aan een donkere tijd in de Europese & wereldgeschiedenis, en dat in combinatie met de vlag, maakte de pennen los en zette toetsenborden in beweging. Het was niet alleen de blogger, ook andere (digitale) vrienden reageerden, verrast & nieuwsgierig naar het verhaal en de tussenliggende verbinding. Dat viel me niet tegen, ik heb gelukkig meer zelf-denkenden rond om mij heen verzameld die niet alles klakkeloos na-denken, aan-nemen en op-volgen.

Kritisch zijn en blijven is de boodschap zeker en vooral in geval van oorlog, welke oorlog dan ook, want elke oorlog is het resultaat van misleiding en bedrog en een gesel voor de mensheid.

Of ik voor de blogger een aanpalend schrijfsel wilde maken dat hij dan zou plaatsen, liefst met die pakkende afbeelding erbij, en ja, aan die vraag wil ik zeker voldoen. Als Vrijdenker, publicist en vredesactivist heb ik me de afgelopen vijf decennia verdiept in oorlogen en heb in de afgelopen 18 jaar iets van 700 lezingen en gastlessen verzorgd en het zal daarom ook zijn dat de vragenstellers mij aanklampten. Absolute kleur of smaak bestaat niet, evenzo is dat met waarheid het geval. De werkelijkheid omvat zowel miljarden waarheden als leugens, een enkele daaruit lichten en tot absoluut-en-enig verklaren is een absurditeit.

De vlag met gekantelde swastika bij het korte schrijfsel doelde op het nazisme, een aan het facisme verwante ideologie, die daarmee aan de Oekraïne gelinkt werd. “Zijn de Oekraïners de fascisten?” vroeg de Stad-Groninger blogger. Dat is generaliseren en absurd maar wel is het zo dat eenheden afkomstig uit en in Oekraïne gedurende WOII een onfrisse hand hebben gehad in massamoord en vernietiging. Niet absurd is dat een deel van het huidige militaire apparaat onweerlegbaar een absoluut fascistische inslag heeft en zich in de afgelopen acht jaren schuldig gemaakt heeft aan moord, marteling en verkrachting op ruim 13.000 burgers waar met name het AZOV bataljon de handen aan vuil gemaakt heeft.

De afgelopen jaren heb ik daaraan geregeld wat aandacht op proberen te vestigen, de main-stream media laat daarin volledig verstek gaan. Wat we horen, lezen, zien, denken en menen te weten komt uit de overheidskoker waar onafhankelijke journalistiek al decennia uitgestorven schijnt te zijn. Is algemeen geweten dat Oekraïne bijvoorbeeld met stip genoteerd kan worden wat betreft mensenhandel, prostitutie en kinderporno en de zich aan de macht gewrongen oligarchen van het land welhaast een criminele Maffiastaat gemaakt hebben met de Oekraïense burgers als lijdend voorwerp? Is algemeen geweten dat het aan Rusland grenzende Donbassgebied uitpuilt van (schalie)gas, olie en kolen? Een miljarden Roebels c.q. Dollars waardevol gebied waar begerige blikken op geworpen zijn?

Een gebied waarin zo’n 4 miljoen etnische Russen- en Russisch sprekenden zich thuis weten die door het overheidsapparaat min of meer als Untermenschen beschouwd worden, die zitten de over lijken gaande Grote Geldgraaiers letterlijk in de weg! Overbodige levensvormen die meer en meer elk recht ontnomen wordt, de taal, het onderwijs, de vrijheid en het leven. Een gebied dat bevolkt wordt door “1,5 miljoen onnodige mensen …die hoe gruwelijk het ook mag klinken, op korte termijn vermoord en opgeruimd moeten worden” zoals te zien en horen op de – met Nederlands belastinggeld en een door de miljardair Soros gelieerde stichting – gefinancierde propagandazender: de op 22 november 2013 opgerichte Hromadske TV. Van de in totaal $ 1.192.739.– subsidie droegen Nederlandse belastingbetalers ruim 66% bij, te weten: $ 793.089.–

Ausradieren, waar kennen we dat van? Weten wij als burgers daarvan? Zijn wij hierover door Den Haag geïnformeerd? Zijn wij het hier mee eens? Wat is onze kennis?

Al acht jaar lang worden de burgers in het Donbassgebied als schietschijf gebruikt en zijn daarbij ruim 13.000 burgers omgebracht, vrouwen, kinderen, bejaarden, met het infame AZOV bataljon, geïntegreerd in de Nationale Garde, in de hoofdrol. De keren dat ik er aandacht aan besteedde op Social Media werden de foto’s geweerd, ze waren te gruwelijk en dat snap ik ook.. het is ook niet echt smakelijk om een aan flarden geschoten oma op het asfalt te zien liggen met naast het lichaam een half opengewaaid en met bloed bespat plastic zakje waar de groente uitgerold is. Nee dat is niet fris, maar wat ook niet fris is, is dat er in al die jaren geen enkel protest te horen of zien was, geen burgemeester die de uit sympathie een vlag uithing, geen bestuurder in Den Haag die protest aantekende en het bewind in Kiev scherp aansprak.

Neem het tragische verhaal van de Familie Tuv, uit de plaats Gorlovka in het Donetskbekken, het staat model voor het leed en overheidsgeweld dat 4 miljoen mensen al acht jaar moeten doorstaan. Het heeft in al die jaren niet geleid tot facebook-vlaggetjes-op-profielfoto’s, geen in Nederland verlichte molens, overheidsgebouwen of bruggen, 13.000 mensenlevens vernietigd en geen haan die er naar kraait!

De familie Tuv, in mei 2015 overvalt hen de rampspoed. Vader Yuriy, moeder Anna, dochter Katya, zoontje Lakhar en baby Milana, ze zijn achter het huis in de moestuin bezig, ze geven de planten water als de eerste granaat inslaat, Katya van 11 wordt voor de ogen van haar moeder uit elkaar gescheurd. In paniek vlucht de familie het huis in als de tweede inslag volgt, in de deuropening wordt vader Yuriy in stukken gereten, zijn ledematen van de romp gerukt. Lakhar wordt onder het puin bedolven maar overleeft, Milana en Anna worden vol geraakt door de granaatsplinters, de ogen van Lakhar zitten vol glassplinters en Anna haar linkerarm wordt verscheurd en later net onder de elleboog afgezet.

Geen geluid van protest, geen verontwaardiging, geen vlag te zien, geen scherpe veroordeling.. nee.. nix. Maar dan barst massaal de verontwaardiging los – Rusland is aan het einde van haar geduld nadat acht jaar onderhandelen het moorden van burgers in het Donbass niet heeft kunnen stoppen. Ook dat is geweld, en ook daar komen mensen bij om. Oorlogen veroorzaken oorlogen, wapens brengen geen vrede, die brengen de dood, zo ook de 200 luchtdoelraketten waarmee minister Ollongren Oekraïne te hulp snelt ..

Knienekeudels

“Koffie Kloar? Of hest ’t te drok mit aal de knienekeudels?” vraagt hij. Als ik me omdraai staat Jurrie glimlachend in de deuropening van ’t konijnenverblijf. Hij had al een poosje met aandacht staan te kijken hoe ik de hokken van Mien & Mini stond uit te mesten bleek later.

“Veur die aaltied” antwoord ik en laat de keutels voor wat ze zijn en klompklossend loop ik voor hem uit naar keuken & kovvie. “Leuk dat je weer even aan komt waaien” zeg ik als we even later onder de overkapping aan onze mok met dampende koffie lurken, “wat brengt je deze keer naar de Vogelbuurt? Is er iets bijzonders of gewoon een belangstellend bezoekje?”

Jurrie fietst met regelmaat (en vaak samen met zijn Heddy) door Scheemda en heel het Oldambt, de gemeente waar hij nu een jaar actief is als wethouder met onder andere cultuur en jeugdzorg in zijn portefeuille. Contact met de burgers, dat is iets wat hem het meeste aanspreekt, ‘politiek gaat om mensen’ is ook het motto van zijn partij en meer dan eens laat hij zelf zijn gezicht zien in de karakteristieke volksbuurt waarin ik woon. Deze keer was het de Stationstraat waar hij een oogje op had, in het bijzonder voor de half-verharding onder de bomen die daar kortgeleden was aangebracht en laat me een foto van een van de bomen zien waaronder het aangebracht is.

“Waar ben jij mee bezig, behalve knienekeudels verzamelen? Als je tijd over hebt, je weet het he, voor mensen als jij maken we graag een plaatsje vrij in onze partij” grapt hij en grinnikt om z’n eigen rijmelarij. Ik denk na over zijn woorden en voorstel terwijl ik mijn koffiemok leeglurk.

Nee, dat gaat ‘m nooit lukken, al vaker heeft ie geprobeerd me over te halen om me bij zijn politieke club aan te sluiten maar als Vrijdenker pas ik daarvoor, ik ben lastig te parkeren in welke politieke richting dan ook. Politiek is niets voor mij, neem nou die doorgesnoven Haagse kliek, die liegen en bedriegen en zitten er niet namens de burgers maar behartigen de belangen van het kapitaal, van mij mogen al die regeringspartijen aan het Gronings Gas.

Lokale politiek (b)lijkt iets betrouwbaarder maar ook daar stikt het van de ondemocratische dictatortjes die lichtelijk dictatoriaal hun mini koninkrijkjes bestieren. Vooral nu, met de komende gemeenteraadsverkiezingen in aantocht zie je ze sissen en konkelen om de gunst van de burgers. Met tactische zetten proberen de Haagse Snuivers de door hun veroorzaakte maatschappelijke, economische en sociale schade wat te beperken zodat hun lokale afdelingen nog voldoende stemmen kunnen oogsten, nou.. wat mij betreft worden ze finaal van het toneel geveegd, opzouten met die incapabele gevestigde orde!

Aan landelijke verkiezingen en partijen verleen ik al jaren geen stem & steun meer, mijn stempas laat ik onaangeroerd achter in gesloten envelop op de stapel & op zolder. Bij gemeenteraadsverkiezingen laat ik m’n stem wel horen, maar dan gaat die in de regel naar een lokale partij, zonder politieke voorkeur maar specifiek naar de man of vrouw die ik mijn stem waard vind, iemand die hart voor de burgers heeft en dat ook toont. Uit traditie en protest stemmen op partijen met een links of rechts etiket omdat (o)pa of (o)ma dat uit traditie doet is al jaren nutteloos gebleken….

Jurrie kijkt me met een vragende blik aan terwijl ik stil en peinzend mijn koffie lurkend onder de overkapping mijn overdenksel denk.. “gaat het wel goed? Waar ben je met je gedachten?”“Weet je Jurrie” .. antwoord ik hem, “ik heb net besloten dat ik – als Groninger – straks op Partij voor het Noorden stem, specifieker nog op JOU stem, ik vind dat jij het goed doet en ik hoop dat je nog vier jaar als wethouder aan de slag kunt in onze mooie gemeente. Enneh.. ojah.. mooie foto hoor van die boom en die halve verharding maar ik ga weer aan de slag bie de knienen als je het niet erg vind .. hokken verder schoonmaken, er liggen nog genog Knienekeudels”.

Schier, nait?

Met een glimlach van oor tot oor vertelt hij glimmend trots over de Austin Bellewagen. Ik krijg letterlijk en figuurlijk een rondleiding – niet alleen door de werkplaats, rondom en in de auto zelf, maar ook over de geschiedenis van en rond de betreffende Austin. Het is een bevlogen man en een heerlijke rasverteller, die Dick. Een wandelende kaartenbak en vleesgeworden kennisbank die moeiteloos en met veel enthousiasme alle mogelijke data naar boven tovert.

De Bellewagen waar hij zo lovend over is, is een vervanger van het exemplaar die van 1945 tot 1952 in het Oost-Groninger Koopmansstadje dienst gedaan heeft. Het exemplaar dat nu in de kazerne staat te pronken had bij de Enkhuizer brandweer dienst gedaan wist hij te vertellen en ze hadden hem op de kop kunnen tikken bij Klarenbeek in Apeldoorn. Minutieus hadden ze – de vrijwilligers van Stichting Oud Brandweermateriaal (SOB) Winschoten – het voertuig weer in originele staat terug gebracht. Handmatig en naar origineel voorbeeld de belettering opgeschilderd nadat (huis)spuiterij Boerma ook deze wagen weer perfect op kleur had gebracht.

Bevlogen vertelt Dick verder, over nieuwe originele ruitrubbers die ze in Australië op de kop getikt hadden, compleet met smeuïge details over hoe ze de oorspronkelijke bel erbij bedongen hadden, waar vandaan het achterin verwerkte houtwerk komt… hij weet veel, echt heel veel te vertellen. Het is een wandelende encyclopedie die Dick Zwart, voorzitter van de SOB en al twintig jaar – vanaf de oprichting – is hij betrokken bij deze waardevolle stichting.

Nagenoeg van alle auto’s weet hij de hoed-en-de-rand en maakt hij er werk van deze info te verwerken op de eigen internetpagina waar hij van elke auto het eigen geboorteregister bijhoudt. Vraag hem over de DAF-kikker, Oome Dirk de ladderwagen, de Studebaker of de poederaanhanger, moeiteloos haalt hij een schat aan informatie omhoog die hij gelukkig ook in woord en geschrift vast houdt en daarmee de geschiedenis voor ons Koopmansstadje bewaard. We banjerden door werkplaats, garage en manschappenruimte waar enorm veel verzameld en bewaard gebleven authentiek materiaal is uitgestald.

Na een dik uur stappen we beiden in m’n Zwoele Franse Troela om nog even een bezoekje te brengen aan een heel oud pand in de binnenstad waar Dick jaren terug als mini-puber aardig wat nachtjes geslapen heeft. Het huis waarvan oma de ene helft bewoonde en mw. Fröling de andere helft, recht tegenover het Winschoter Stadhuis, daar sliep hij op de bovenste etage en heeft hij vanuit de hoogte heel wat intochten van Sinterklaas en pas getrouwde stellen gezien. Ook nu weet hij veel te vertellen van de tijd-van-toen en neemt hij me weer terug in de tijd, schitterend. Mensen als Dick zijn in wezen zelf waardevol bezit, zij houden de geschiedenis van stad en land levend, daar kan toch geen boek tegenop… Schier, nait?

Leaver dea as slaef!

Vuist, Stroom, Protest, Kracht, Woede, Revolutie, Sterk

O jee, o jee, half Nederland heeft op dit moment corona, met pieken tegen de 60.000 positieve testen per dag! Als dat zo door gaat dan heeft iedereen het straks minstens twee keer gehad …

(door Wouter van der Wal)

Gelukkig zijn er nog maar heel erg weinig mensen die er echt ziek van worden. De cijfers van het coronadashboard bevestigen dit beeld. De piek van het aantal opgenomen patiënten, begin december, was al niet extreem hoog en sindsdien daalt het aantal gestaag. Op dit moment is er dus geen aantoonbare correlatie meer tussen de positieve testen enerzijds, en de ziekte waarop getest wordt anderzijds. De maatregelen zijn daar echter nog wél op gebaseerd, terwijl de ziekte zelf in de praktijk geen noemenswaardige problemen meer oplevert.

De maatregelen ZIJN nu dus de crisis. Hef ze op en alle problemen zijn voorbij. Klinkt simpel en dat is het ook. In Engeland zijn ze al zo ver.

Ondanks alles probeert ónze overheid ons wederom zoet te houden met ‘versoepelingen’ en blijft ze ondertussen juist dreigen met nieuwe maatregelen; met de invoering van vrijheidsvergunningen (de QR-pas) en wappiestraf (2-G), ook al is dat in het licht van de huidige ontwikkelingen volslagen onzinnig.

Al die maatregelen zijn niet alleen onwettig en ongegrond, ze zijn ook zeer ongezond. Het is mishandeling. Een goed functionerende overheid zou daarom de noodwetten en maatregelen per direct opheffen en over gaan tot de orde van de dag. Als dat niet gebeurt, dan gaat er iets helemaal niet goed daar in Den Haag. En dan zouden die gekke wappies nog wel eens gelijk kunnen krijgen met hun vreselijke complot-doemscenario’s. Dat lijkt me niet iets dat we willen. Of wel soms?

Dus, stel dat het zo ver komt dat onze regering blijft weigeren de noodwetten op te heffen en doorzet met het optuigen van een uitgebreid landelijk controlesysteem, waarmee ze onder meer burgers actief uit kunnen sluiten van maatschappelijke deelname, zullen we dan met elkaar afspreken dat we daar gewoon niet aan meewerken? Ondanks dat er gedreigd wordt met hoge boetes en andere straffen? Onder het aloude motto: Leaver dea as slaef!

Dat kan en dat mag. Want in een democratie, dat Nederland pretendeert te zijn, is het volk leidend voor het beleid dat wordt gevoerd en politici dienen iedere burger, zonder uitzondering, te vertegenwoordigen. Leaver dea as slaef!

Simon Bel.. die deed goed-en-wel!

“Kiek, hier, dat was toun” klinkt het enthousiast en terwijl hij dat zegt tovert Simon een belegen krantenknipsel uit een van de vele plakboeken die voor ons op de kamertafel liggen.

Foto’s, knipsels… in taal en teken opgeslagen herinneringen aan achterliggende tijden die meer dan de moeite waard zijn om aan de vergetelheid te ontrukken. Zijn ogen twinkelen als de tijd van toen voor even gaat herleven als we samen voor de kerstboom aan de Kovvie mit Kniepertjes zitten. Simon Bel, wie kent hem niet? DE Winschoter bloemenman, een zeldzame roos in de regio, een met een gouden hart. Ik zie hem nog zo staan naast lectuurhal Timmermans, voor de oude ING-bank, bij de bloemenstal van Bel DAAR vond je het altijd wel!

Krap aan 75-jaar terug stond zijn wieg in Grunnen-Stad waar hij als tiener verslingerd raakte aan de bloemen. Eerst samen met vaderlief om al snel zelf zijn handel uit te venten op de Groninger Vismarkt en zodra hij zijn rijbewijs op zak had met een oude vw-bus naar de markt in Assen en Winschoten. In het Oost-Groninger koopmansstadje schoot hij wortel om eerst met de geleende bakfiets van Hennie Wal zijn bloemen aan de vrouw te venten. Het was de tijd van de tot bossen opgebonden Franse Mimosa, de gastvrije tijden van toen, van Vrouw Schreuder met snert aan de keukentafel en roggebrood met spek.

Simon Bel, 48-jaar lang was hij actief in de bloemen, maar hij was meer, hij betekende voor heel veel Oldambtsters meer dan dat. Naast het (mee)organiseren van de succesvolle Winschoter Rozendagen had de maatschappelijk betrokken en bewogen Simon een zwak voor de geestelijk gehandicapte medemens. De Meentschool en Simon Bel waren dan ook nauw met elkaar verweven, nooit werd er tevergeefs een beroep op hem gedaan. Zo heeft Simon – samen met zijn vrouw Klaasje – jarenlang voor de kinderen van de Meentschool veel kunnen betekenen, niet alleen het verzorgen van uitstapjes maar ook materieel en emotioneel.

Het door hem geïnitieerde optreden van de Josti-Band in de Rozenstad kan denkelijk wel als het ultieme meesterstuk beschouwd worden. Op 15 februari 1994 was het zover dat hij het 100-koppige huisorkest van het tehuis voor geestelijk gehandicapten “Hooge Burgh” uit Zwammerdam als gastheer mocht ontvangen in de Winschoter Klinker. Totaal drie keer heeft hij dit kunststuk – samen met stevige ondersteuning van onder andere Wiebe Klijnstra en René Otterloo – meesterlijk kunnen realiseren en kwam de opbrengst altijd ten goede aan de gehandicapte Oldambtsters.

Het leverde hem veel voldoening, maar vooral veel waardevolle herinneringen op die ik met hem, samen bij de kerstboom mocht optekenen, dat alles onder goedkeurend oog van Klaasje, met door haar gepresenteerde verse kniepertjes en vers gezette koffie-van-Klaasje (… zunder suuker, dat heb ik zulf aal meer din genog).