Home » Geschied-en-is » Het Dagboek van Cynthia Asquith

Het Dagboek van Cynthia Asquith

We schrijven het jaar 1915, het geweld van de Eerste Wereldoorlog belaagde sinds augustus 1914 miljoenen. Vele tienduizenden mensen waren al door het oorlogsgeweld om het leven gekomen, voor miljoenen Europese burgers was het een gruwelijk dagelijks verhaal.

In de ‘betere Engelse kringen’ maakte – naast alle gossip en ‘kitschquatsc’ – ook de toestand aan het front onderdeel uit van het tafelgesprek, zo ook bij de familie Asquith. In het gezin van Herbert Henry Asquith – sinds 5 april 1908 minister-president van het Britse Rijk – werd de oorlog gelijktijdig met het eten opgediend. Zij die aanzaten en meeaten deelden in de berichtgeving over ellende en de gruwelijkheden die daaraan verbonden waren. Zo òòk schoondochter Cynthia, de echtgenote van zijn tweede zoon Herbert. In de nobele kring rondom de familie Asquith bewoog zich ook ‘Duff Cooper’, een aan drank-, gok-, en sexverslaafde schuinsmarcheerder. Behalve een goede bekende van Raymond Asquith, de oudere broer van Herbert was Duff ook een minder succesvol auteur, later politicus en diplomaat.

Het was aan Alfred Duff Cooper te danken dat Cynthia Asquith in 1915 startte met het bijhouden van een dagboek om zo de geschiedenis én de gedachten eraan vast te houden. Hij gaf haar in april 1915 het eerste blanco boekwerk waarin zij haar zielenroersels kwijt kon. Zelf sloeg Duff Cooper ook driftig aan het schrijven. Van hem zijn The Duff Cooper Diaries 1915–1951 bekend, waarin hij onder andere verhaald van zijn vele dronken en seksuele escapades. Wat de toegevoegde waarde daarvan is moet elk voor zichzelf bepalen.

Het dagboek van Cynthia is echter veel minder bekend, in elk geval minder onthullend op seksueel vlak maar op historisch vlak wel weer interessant. In haar op 9 mei 1968 verschenen dagboek ‘Lady Cynthia Asquith – Diaries 1915-1918’ is een opvallende dagtekening te belezen, een oorlogsgerucht, een leugen, die later in de geschiedschrijving een immens grote rol zal spelen. Het zorgde ervoor dat de haat tot hoogte opgezweept en de mensenslachting daardoor nodeloos verlengd werd. Laat ons de geschied-en-is van Cynthia eens wat nauwgezetter bekijken.

De op 27 september 1887 geboren Cynthia Mary Evelyn Charteris werd in 1910 de echtgenote van de zes jaar oudere Herbert Asquith. In familiekring werd Herbert liefkozend ‘Beb’ genoemd. Herbert de dichter, schrijver en advocaat. Het was een huwelijk ‘op stand’, want ook Cynthia kwam uit een nobel nest. ‘Noblesse Oblige’ oftewel Adel Verplicht zoals het spreekwoord luidt, vandaar. Vanaf dat moment stond ze bekend onder de afkorting LCA wat de beginkapitalen waren van haar naam: Lady Cynthia Asquith, later zou ze ook bekend worden als schrijfster. Het genre waar ze zich op richtte had voornamelijk met horror- geest en spookachtige zaken te maken. Haar eerste titel, The Ghost Book, was een bovennatuurlijk sciencefiction verhaal dat in 1920 verscheen, maar daaraan voorafgaand valt nog het een en ander te vertellen.

In 1917 werd de 30-jarige Cynthia secretaresse van James Matthew Barrie. De 57-jarige Barrie was een – in beginsel niet bepaald succesvol – auteur die voor 1900 al een serie korte verhalen geproduceerd had. Een ietwat zonderlinge man met problematische relationele verhoudingen en los daarvan had hij ietwat opvallende vriendschappen met jonge kinderen. Net voor de eeuwwisseling kwam er een kentering en begon zijn publicitair succes toen hij in het voorjaar van 1897 in het Kensington Park in contact kwam met een paar jonge jongens, de Llewelyn Davies Boys. Kinderverzorgster Mary Hodgson wandelde met de 4-jarige George, de 3-jarige John (‘Jack’) en de pasgeboren Peter in Kensington Park en Barrie voelde zich erg door hen aangetrokken. Hij trok gekke gezichten, liet zijn hond kunstjes doen en knoopte gesprekken aan met de peuters. Hij vertelde George en Jack korte verhaaltjes waarin hij ze zelf de hoofdrol liet spelen. Hij vertelde hen dat baby´s – zoals Peter – eigenlijk vogels waren voordat ze geboren werden. Daarom ook plaatsten ouders in het begin uit voorzorg een traliewerk voor de ramen van kinderkamers om te voorkomen dat de baby weg zou fladderen.

George, Jack en Peter waren de kinderen van het echtpaar Arthur en Sylvia Llewelyn Davies. Arthur was advocaat en zijn vrouw Sylvia was de dochter van een succesvol Frans cartoonist en auteur. In december 1897 ontmoette James Barrie de ouders voor het eerst tijdens een dinerparty. Het was daar dat Sylvia hem vertelde dat haar zoon Peter vernoemd was naar het door haar vader geschreven stuk, ‘Peter Ibbetson’. De Llewelyn Davies kinderen waren een ware inspiratie voor Barrie, door en voor hen schreef hij diverse verhalen, zoals ‘The Boy Castaways’, een uniek – uit twee exemplaren bestaand – fotoboek waarin George en Jack op een eiland spannende avonturen beleefden en tegen piraten vochten. Het resulteerde in 1901 tot het verhaal van ‘The Little White Bird’ waarin Peter Llewelyn Davies de rol van Peter Pan’  kreeg toebedeeld. In 1904 werden de verhalen van de ‘Lost Boys’ en ‘Wendy Darling’s brothers’ door Barrie verwerkt in het succesvolle toneelstuk ‘Peter Pan, or The Boy Who Wouldn’t Grow Up’ dat in het Londense Duke of York’s Theatre zijn eerste uitvoering zag.

De Llewelyn Davies Boys waren voor James Barrie een inspiratie, zegen en een goudmijn tegelijk. De Llewelyn Davies familie ontving daarvoor ook een deel van de royale verdiensten die Barrie ontving voor zijn, op hun kinderen geïnspireerde, verhalen. De band tussen James Barrie en Arthur Llewelyn Davies was niet bepaald harmonieus. Vader Llewelyn Davies zag in James Barrie een bedreiging voor zichzelf als echtgenoot, vader en er deden nogal wat verontrustende verhalende de ronde over de pedofiele belangstelling van Barrie. Wat er precies speelde werd om onbekende redenen buiten de boeken gehouden. Wel was duidelijk dat hij al voordat hij de Llewelyn Davies Boys tegenkwam met diverse jonge kinderen wat ‘nauwere’ vriendschapsbanden had. Ook was bekend dat hij met zijn eigen vrouw in onmin leefde en dat zij openlijk een langdurige affaire aanging met een van zijn vrienden. Ze weigerde die te beëindigen en zonder veel opzien te baren ging het paar uit elkaar, daarbij gesteund door veel bevriende auteurs die de media op het hart drukten daarvan géén spektakel te maken. Slechts 3 kranten gaven daaraan geen gehoor. Of en wat er verdonkeremaand moest worden daarover ratelde de geruchtenmachine.

In 1907 overleed vader Arthur Llewelyn Davies aan kanker en drie jaar later, in 1910, overleed ook moeder Sylvia aan kanker. In haar laatste wil had moeder Sylvia gevraagd of Barrie, samen met een 4 tal anderen, de zorg en verantwoording voor de onderhand vijf jongens te dragen. In 1900 had Michael en 1903 Nico het gezin aangevuld en bestond de het gezin nu uit vijf kinderen. Barrie zorgde o.a. mede voor huisvesting, voeding en onderwijs en de dagelijkse verzorging bleef in handen van Mary Hodgson. Na het overlijden van moeder Sylvia werd het verhaal van Peter Pan in 1911 vereeuwigd in de roman ‘Peter and Wendy’. Peter Pan bracht James Barrie fame and fortune.. de kinderen en met name Peter Llewelyn Davies ondervonden de negatieve kanten. Hij was voor de buitenwereld ‘The Original Peter Pan’

Zes jaar later, in 1917, kwam Cynthia als secretaresse in dienst van James Matthew Barrie. Het bracht haar in contact met vele andere auteurs. In eerste instantie had ze niet bepaald literaire ambities, in tegendeel. De eerste regels in haar dagboek op 15 april 1915 maken dat meer dan duidelijk: “I have always thought it would be unwholesome for me to attempt to write a diary”. Toch kreeg ze de smaak te pakken en pende dag na dag wat haar zo bezig hield. De tafelgesprekken in huize Asquith waren met regelmaat de basis van haar denksels. De ellende, de dood, de stand van zaken aan het front ende toestand  in de wereld passeerden de revue en ook de kletspraat en roddels, de gossip en ‘kitschquatsch’.

Zo ook op 16 juni 1915 waarin ze beschrijft hoe ze samen met vader en moeder (Asquith) en haar man ‘Beb’ dineert, samen met Adele Essex, Fox MacDonald en Eloïse Ancaster. Het was ‘quite a pleasant dinner’. Het onderwerp was ook erg interessant.. ze bediscussieerden het verhaal dat de Duitsers de lijken van de gevallen soldaten verwerkten tot Glycerine met zeep als nuttig bijproduct! Cynthia stelde voor dat de zwaarlijvige Kamervoorzitter (Lord Chancellor) Richard Burdon Haldane zich bij David Lloyd George – de minister van financiën – kon aanbieden als basisgrondstof voor Glycerine en zeep. Uit Glycerine werd o.a. Nitroglycerine gewonnen, een vloeibaar explosief en Haldane was om zijn pro-Duitse houding niet bepaald geliefd binnen bepaalde Engelse politieke kringen.

De optekening van Cynthia over het Glycerine en Zeep verhaal is daarom zo interessant omdat dit onzinverhaal twee jaar later, op 16 april 1917 tien dagen nádat Amerika besloten had om zich in het wereldstrijdgewoel te begeven – verscheen in de Times en de Daily Mail. Beide bladen waren onderdeel van de propagandistische Northcliffe Press en met het artikel “Through German Eyes” dat handelde over ‘Corps Exploitation Establishments’ werd door dit leugenverhaal de haat tot grote hoogte opgezweept en het oorlogsvuur verder opgestookt. Met Amerika als bondgenoot zou de feitelijk verloren oorlog gegarandeerd gewonnen worden!

Hoe het verder ging met James Barrie en Peter Pan? Dat is net zo’n gruwelijk sprookje.

De Llewelyn Davies jongens hadden een wisselende verstandhouding met Barrie. Met secretaresse Cynthia Asquith was de verstandhouding evenmin geweldig en stierven ze allen óf vroeg, óf droegen een vervelende levenslast met zich mee, zoals Peter. Hij ging gebukt onder de last van de ‘The Original Peter Pan’, had moeilijkheden zich in het leven staande te houden en de eindjes aan elkaar te knopen. Hij hoopte, ooit, als genoegdoening op een toereikende financiële ondersteuning. Hij rekende op een erfdeel in het behaalde succes maar hij kwam bedrogen uit. Het copyright van Peter Pan had Barrie nét voor zijn dood in april 1929 aan het Great Ormond Street Hospitaal geschonken en de overige rechten en nalatenschap kwamen bij zijn overlijden in andere handen. Dat gebeurde toen Barrie op zijn sterfbed lag en Peter – ondanks dat hij een hekel aan haar had – op zijn verzoek Cynthia Asquith belde. Deze verscheen, mét een dokter én een advocaat. Barrie tekende net voor zijn levenseinde een aangepast testament die zijn complete nalatenschap in handen gaf van zijn secretaresse, Cynthia Asquith. Nico, de jongste van de Llewelyn Davies jongens liet later weten dat Peter Cynthia Asquith daarom haatte en dat “that phone call the Greatest mistake of his life” was. ‘The Original Peter Pan’ raakte aan de drank en op 5 april 1960, nadat hij zich bezat had in het Royal Court Hotel, sprong de dan 63 jarige Peter op Sloane Square Station in hartje Londen onder de aanstormende trein. Toen… was het sprookje van Peter Pan uit. En dat.. stond niet in…

Het Dagboek van Cynthia Asquith