Home » Columns » Media, Manipulatie & oorlog(en)

Media, Manipulatie & oorlog(en)

Schaap, Dieren, Kudde, Lam, Vee, Wol, BoerderijWe are governed, our minds are molded, our tastes formed, our ideas suggested, largely by men we have never heard of. In almost every act of our daily lives, whether in the sphere of politics or business, in our social conduct or our ethical thinking, we are dominated by the relatively small number of persons who understand the mental processes and social patterns of the masses. It is they who pull the wires which control the public mind.

Met dit intro van Edward Louis Bernays, de Amerikaanse oorlogspropagandist wil ik u meenemen naar onderstaand epistel van Ds. Bart de Ligt. Vredesactivist en pacifist. De Ligt schreef het onderstaande epistel in begin van de 20’er jaren van de vorige eeuw, niet lang na de Eerste Wereldoorlog. Bernays had met name en vooral in de aanloop daar naartoe – en Amerikaanse deelname daaraan – een actieve en bepalende rol door de Amerikaanse publieke opinie zodanig te vervormen en kneden dat miljoenen levens vernietigd werden.

Bernays kan en moet gezien worden als de Amerikaanse Joseph Goebbels in veelvoud en het kwadraat, in wezen kan hij beschouwd worden als zijn leermeester. Zowel boven- als onderstaande doet ook vandaag onveranderd opgeld; de Amerikaanse oorlogsretoriek richting Noord Korea, de invloed van media en anders dan toen ook de nieuwe ‘social media’, en internet doen hun uiterst verwoestende werk.

Oorlog, dat is waar op aangekoerst wordt en DAT is waar wij ons allen tegen moeten wapenen, het is niet de vraag ‘of’ maar ‘wanneer’ de dodelijkste gesel ooit over onze aarde wordt ontketend! Maar.. in een heel andere vorm en op een heel andere wijze als men zich heeft ingesteld of voorbereid. De wereld van 1914 werd in volle vrede overvallen, door een vernietiging die anders van opzet en uitvoering was als voorheen. Toen als nu is het telkens een nieuwe vorm, Misleiding & bedrog 2.0.

Slavernij der Pers

Ds. Bart de Ligt, Vredesactivist en pacifist: (1927) “De fransche en de duitsche pers stellen de eenzijdigheid en overdrijving van de engelsche bladen telkens in het licht – de waarheid is in hun voordeel –: het is alles resultaat van een bewusten opzet aan britschen kant om de nationale en internationale publieke opinie in bepaalde banen te (mis)leiden. In den vorm van artikelen, berichten, beschrijvingen en telegrammen, waarmede de naïeve lezer zich even gretig laaft, als eens een geloovig protestant met teksten uit den bijbel, stroomen dagelijks rivieren leugens over de beschaafde werelddeelen.

Een zeer groot gedeelte der internationale pers is voor alles te koop. Er zijn landen, waar de toestand gunstiger, en waar hij ongunstiger is. Er zijn redacties, die een uitzondering vormen op wat al meer als regel schijnt te gelden. Maar ook deze zijn afhankelijk van persdiensten, welke door machtige belanghebbenden ten strengste worden gecontroleerd. Een onverdacht getuige van burgerlijke zijde, de “Journal de Genève”, merkte den 11en december 1925 op: de vrede hangt in belangrijke mate af van de publieke opinie, en deze weer van de pers; de journalisten beschikken over een onmetelijke internationale macht. “Anders echter dan het publiek gelooft, worden de couranten niet door de journalisten geredigeerd. En de invloed, welke de redacties op de bladen en de openbare meening uitoefenen, is niet te vergelijken met die der telegraafagentschappen.” Nog te minder daar in deze jachtige tijd veel lezers slechts kennis nemen van de telegrammen.

Van wie nu hangen de telegraafagentschappen weer af? “Van de Regeeringen. En dit om twee redenen. De eerste is, dat de telegraaf bijna overal staatsmonopolie is. De tweede, dat de regeeringen een groot aantal geheimen onder zich houden, waarin het publiek belang stelt. Een agentschap, dat geheel buiten de regeeringen om zou handelen, zou zich tot slecht en duur werk veroordeelen.” De regeeringen controleeren de telegraphische en telephonische berichtgeving.

Om diezelfde reden eischen de staten thans ook de draadlooze telegraphie voor zich op. Anders zou de radiophonie een machtig middel zijn ter bevrijding van pers en publieke opinie! Bijna alle landen bezitten officieele en officieuse agentschappen, welke onderling zijn verbonden en de wereld onder elkaar hebben verdeeld. Het vraagstuk van de publieke opinie is dus een vraagstuk van regeeringen.”

Nieuwe Vormen van Oorlog en Hoe die te bestrijden. – B. de Ligt, Uitgeverij “De Tijdstroom”, Huis ter Heide, 1927, pagina 53/54